45
volgens de handvesten daarvan gegeven aan Zierikzee (a°1425)
en 7°. Dat bij uitzondering in de drie eerstvolgende reke
ningen zullen mogen worden gebragt ten laste van net gemeene
land de kosten, die de stad Zierikzee had gemaakt, zooals
dit door hendie te zamen het beheer hadden over den pol
der, zou geregeld worden ('tgeen vermoedelijk betrekking heeft
op geldendie de stad Zierikzee tot behoud der werken had
aangewend of voorgeschoten, toen door de bestaande geschil
len de door de vijfde-deelen verschuldigde penningen niet
waren ingekomen).
Aan het slot der ordonnantie beveelt de graaf met zonder
lingen ernst alle inwoners van Schouwen en allendie het mogt
aangaan, deze ordonnantie getrouw te helpen handhaven, ter
wijl hij tot bevordering daarvan den rentmeester van Beooslen-
Sc/ield; den bailluw te Zierikzeeburgemeester en schepenen dier
stad met de heemraden en een iegelijk lmnner in liet bijzonder
met gelijke magt bekleedt, om hen, die tegen deze ordonnan
tie mogten handelen of tegenweer doen (zich daaraan niet wil
len onderwerpen) te mogen aantasten, grijpe?i en overbrengen
in zijn gijzelhuis te Zierikzee (het 's Gravensteen) en aldaar te hou
den tot den tijd toe, dat zij den graaf en zijn rentmeester
JBeoosten-Scheld ten zijnen behoeve hunne overtreding zullen
hebben gebeterd (voldaan aan de straf of boete daarop gesteld)
hetgeen de graaf op hen zou verhalen en corrigerenals aan
dengenedie het verderj van het land van Schouwen bedoelden
De drie laatstgenoemde beschikkingenmet elkander in liet
naauwste verband staande, zijn voor de geschiedenis van den
polder Schouwenvan hoog belang.
Daaruit toch blijkt, 't geen ook wel niet anders te verwach
ten was, dat men in de vijfde-deelen, die tot het jaar 1425
elk een geheel onafhankelijk beheer hadden (zeer tot schade
van den polder in zijn geheel) niet dan noode zich had on
derworpen aan het centraal bestuur van burgemeester en heem
raden door het privilegie van graaf Philips van 1425 in het
leven geroepen.