46
Het is mij niet geblekenwie de aanstelling had der dijk
graven en gezworenen in de verschillende vijfde-deelendoch
indien in den geest dier tijdendie aanstelling niet uitsluitend
heeft berust bij de ambachtsheeren in elk der vijfde-deelen
dan zullen de heeren op hunne aanstelling vermoedelijk toch
zeer overwegenden invloed hebben uitgeoefend.
Nu de collegien van dijkgraven en gezworenen der vijfde-
deelen door gezegd privilegie aan het collegie van burgemeester
en heemraden ondergeschikt geworden waren en eene gemeene
rekening van "t geen in 't belang des polders in zijn geheel moest
gedaan worden tot stand kwam, was de invloed niet alleen
van eerstgenoemde collegiendoch blijkbaar ook van de am
bachtsheeren in zaken den polder betreffendegrooten deels
gefnuikt en vervielen daardoor ook de geldelijke voordee-
lendie aan deze in het vijfde-deel, waarop zij betrek
king haddenbij den vorigen stand van zaken ten goede
kwamen.
Het blijkt tochdat die der vijfde-deelen in de gemeene reke
ning ook wenschten opgenomen te zien, wedden van vasallen
en officieren, die beweerden daarop aanspraak te hebben wegens
hunne heerlijkheden en bedieningenuit de laatstgenoemde
ordonnantie blijktdat de graaf opheft den vrijdom van dijk-
last van het Vrijland (de zoogenaamde vrije gemeten) waarvan
de ambachtsheeren profijten trokken de dijkagie aangaandeen
bevaldat het vrijland voortaan gelijk met de andere gemeten
deelen zou in de dijk- en polderlasten.
Als tusschen de regels kan men lezendat voor dijkgraven
en gezworenen niet altijd gekozen werden de meest geschikte en
gegoede geërfden in elk der vijfde-deelen en dat er misbruiken
plaats hadden, dewijl de graaf het noodig oordeelde omtrent
het getalde geschiktheid en de belooningen der leden dier col
legien bepaalde voorschriften te geven en hun uitdrukkelijk ver
bood deel te nemen aan aannemingen van sluizenheulen enz.
Uit de vordering van Jan van Hodenpiji, en zijne me
destanders (blijkbaar de ambachtsheerenzooals hiervan nog