56
tegenstaande de voorafgegane ordonnantiën ten minste sommige
der ambachtsheeren zich nog krachtig bleven verzetten en
geenszins vrede hadden met eene orde van zaken door de
graven in het leven geroepen; wijders ook, dat de maatregelen
vroeger genomenom in de collegiën van dijkgraven en
gezworenen meer geschikte personen zitting te doen nemen
zonder het gewenschte gevolg waren gebleven.
Het besluit omtrent den zeedijk bij Borrendamme genomen,
doet ook zien, dat men te dier tijde (zooals èn vroeger èn
ook later nog het geval zal zijn geweest), vrij ligtvaardig
een zeewerenden dijk prijs gaf en in plaats van dien zoo
lang mogelijk in stand te houden er niet voor terugdeinsde
dien eenvoudig door te steken en alleen door terug te gaan
en het maken van inlaagdijken het overige van den polder
te bewaren. De voorwaarde, die reeds in 1480 door den
graaf in dit opzigt aan den verleenden vrijdom verbonden
was, werd dus reeds in 1498 niet al te getrouw opgevolgd.
In 1505 werd bij SuijtkercJce een inlaagdijk gelegd, lang
500 roeden, die eene zate had van 8 roeden 9 voeten, eene
hoogte van 16 voeten en eene kruinsbreedte van 141 voeten,
terwijl men in 1508 moest overgaan tot liet leggen van een
inlaagdijk achter Brieskerckedie hoog was 15 voeten en
breed in aanleg 8 roeden en op de kruin 14 voeten. Zie
Waterbouwkundige aanteekeningen bovengenoemd bl. 75.
Den 4 Januarij 1510 werd bij octrooi of privilegie door
Maximiliaan en Kakel aan de regering van Zierikzee
bevoegdheid gegeven, om gedurende een tijdvak van drie jaren
jaarlijks oyper-dijkgraafdijkgraafdijkgraven en gezworenen
in den lande van Schouwen te stellen en te vernieuwen.
In de akte van octrooi wordt vermeld, dat Schouwen voort
durend door rampen werd getroffen en de dijkagie in een al-
lertreurigsten toestand verkeerde; wijders, dat door rapport
van gedeputeerden van de drie Staten van Zeeland gebleken
was, hoezeer de dijken door hevige stormen en de hooge
vloeden van September 1509 hadden geleden, doch ook door