62
Vrancke Aernouts-inlaag en den hoek van Cats-inlaag. Zie
Waterbouwkundige aanteekeningen boven genoemd bl. 75.
Het is onbekendwaar genoemde Vrancke Aernouts- en Cats-
inlagen, hebben gelegen doch vermoedelijk lagen die in de
nabijheid van Suytkercke.
Den 2 Januarij 1520 octrooijeerde keizer Kakel V wegens de
vele rampen aan den polder Schouwen en de stad Zierikzee
in de voorafgaande jaren overkomen, behalve met den bij
continuatie verleenden vrijdom aan dien polder van halve schot
en bede voor 18 jaren, bovendien nog met kwijtschelding van
al 't geen zij hem schuldig zijn wegens hun aandeel in schot
en bede ordinair en extra-ordinairloop hebbende in Zeeland
voor de jaren 1520 en 1521, onder voorwaarden, dat het
aandeel in die bede, ten laste der stad Zierikzee en het land
van Schouwen komende, mitsgaders het aandeel van dat land
in het kapitaal der impositie onlangs den keizer in Zeeland
geaccordeerd, voor zoover die verschuldigd zijn door hen, die
contribuabel zijn in 't vermaken, repareren en onderhouden
der dijkagie van Schouwen, tot een bedrag van 12000 a
13000 van 40 grooten Vlaamsch door den rentmeester
generaal zullen worden in ontvang genomenen door dezen in
handen gesteld van den commissarisgecommitteerd en ge
ordonneerd tot de administratie van de dijken en buitenwerken
van genoemde dijkagie, om met de penningen, die de inge
landen daarvoor bovendien zullen bijdragen, door dien gecom
mitteerden of anderen daartoe geordonneerd te worden aange
wend voor hoofden, dammen of anderzins, zooals genoemde
commissaris dit zal adviseren en noodig achten, en tot geene
andere uitgaven hoegenaamd.
Hieruit blijkt dus, dat de keizer de bij dat octrooi geschon
ken gelden uitsluitend wilde zien aangewend voor werken van
onderzeesche oeververdediging en geen voldoende vertrouwen
had in de wijzewaarop de bij vorige octrooijen verleende gel
den door regenten van den lande van Schouwen waren besteed,
waarom hij de beschikking daarvoor hoofdzakelijk opdroeg aan