69 Uit het document blijkt het verder, dat in Januarij 1533 weder drie dijkvallen hadden plaats gehad, waardoor langs de geheele zuidzijde inlagen zouden moeten gemaakt worden. Om die redenen werd door regenten van den lande van Schouwen beweerd, dat de kort te voren (kerstmis 1532) ver leende vrijdom geheel ou vol doende waswaarom uitbreiding daarvan gevraagd werd. Genoemde regenten hadden ook nog dit bezwaar, dat bij dat octrooi geene kwijtschelding was verleend van den kapita len omslag voor Zeeland gezet of nog te zettenwelke men in Zeeland niet gewoon waswaar de heden steeds over de gemeten werden omgeslagenen dat dientengevolge bij den jammerlijken toestand, waarin de polder verkeerde, de ingeze tenen, met het doel, om dien kapitalen omslag te ontloopen het land verlieten en zich elders vestigden, waar zij van dien omslag zouden bevrijd zijn, door welk verloop der bevolking het land (Schouwen) gevaar liep geheel te zullen te gronde gaan Zij verzochten daarom gratie of kwijtschelding van alle he den subventienheerwaardenkapitalen of hoedanig anders die mogen genoemd worden voor den tijd van twee heventijden of 14 jaren. De keizer hierop bij dit octrooi beschikkende heeft wel niet ten volle dit verzoek ingewilligddoch evenwel uitbreiding gegeven aan den onlangs verleenden vrijdom. als met schot en lede belastlaarDe meerdere of mindere breedte steenschie- tens eens polders hing af van de meerdere of mindere bezwaren aan eene be dijking verbonden. Was eene bedijking bezwarend, dan werd de breedte steenschietens bij het verleenen van het octrooi in dezelfde mate minder vast gesteld dan de grootte die de polder door bedijking zou verkrijgen en op die wij ze door toekomstigen gedeeltelijken vrijdom van statenlasten reeds vooraf eene tegemoetkoming gegeven voor de bezwaren aan eene bedijking verbonden. Bij der breedte is de oppervlakte, die de polder na de bedijking bij opmeting bleek te hebben, na aftrek van het wanlandkreken enz. Met deze breedte of grootte werd in Zeeland de polder vermeld in het register ten kantore van den rentmeester van Beoosten- of Bewesten-Scheld.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 455