91 tiende beschrijving der bevoegdheden en verpligtingen van burgemeester en heemraden; van den over- of opperdijkgraaf en de onderdijkgraven; van den dijkgraaf van tpoortambagt van de steden 's lands van Schouwen van den tandmeestervan den penningmeester; van der heemraden-klerk; van de water klerken of klerken van de gemeene rekeningalsmede van de verhuring en van de aanwijzing van aarde tot herstelling der dijken en tot wiens bevoegdiieid die aanwijzing behoorde, een en ander gegrond op de privilegiën en regten der stad Zie- rikzee en het vastgestelde dijkregt 's lands van Schouwen. Zoowel de in 1558 plaats gehad hebbende nadere verdee ling des polders in vier deelen als de wenschelijkheid eener nauwkeurige omschrijving van ieders bevoegdheid en verplig tingen eu ook andere gewigtige polderbelangen schijnen tot bet arresteeren van dit belangrijk stuk te hebben aanleiding ge geven. Dit document is voor de geschiedenis van Schouwen van waarde, dewijl daarin zeer volledig is vermeld, op welke wijze te dier tijde volgens verschillende privilegiën, ordonnantiën en het toen geldend dijkregt van Schouwen het beheer over dien polder was ingerigt. Er wordt in vermelddat de regerende burgemeester van Zierikzeeals zoodanigen de zeven heemraden de princi- paalste officieren 1s lands van Schouwen zijnhebbende de praeëminentie en superintendentie van de dijkagie boven alle andere officieren binnen den lande voorschreven. De burgemeester wordt jaarlijks beëedigdom den dijk en 's lands zaken te bedienen en te begaan naar de privilegiën en oude herkomen daarvan zijnde. Hij was het hoofd van het collegie van heemraden en ook van de staten 's lands van Schouwen, welke laatste hij bij advies van heemraden deed vergaderen zóó binnen de stad Zierikzee als aan den dijk wanneer dit noodig was. In zake van regten de dijkagie aan gaande en tot de beregting van het collegie van heemraden behoorende was hij bevoegd en verpligt van voorschreven

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 477