97 graaf en de rentmeester van Beoosten-Schelcldie bevoegd waren desverkiezende aldaar te verschijnen. Het wordt evenwel niet vermeld of die dignitarissen ter vergadering verschenen zijnde regt van medestemming hadden of bevoegd waren daaromtrent advys uit te brengen. De functiën van den landmeester waren, om de door bur gemeester en heemraden gekochte dijkmaterialen in ontvang te nemen, te keuren en zoo noodig ook te minken (bij onvol doende hoedanigheid of de leverantie te weigeren of daarop eenige korting toepassen); voorts die materialen te doen ver werken waar dit noodig was of volgens ordonnantie van burge meester en heemraden of de staten 's lands van Schouwen dit geschieden moest, en daarvan behoorlijke aanteekening te houden. Behalve den eed door hem bij aanvaarding zijner bediening afgelegd, moest hij jaarlijks bij het doen van reke ning ook nog zijne handelingen gedurende het jaarwaarover de rekening liep, beëedigen. Onder hem waren werkzaam de onderlanclmeesterswier functiën dezelfde zullen geweest zijn als die der tegenwoordige dijkbazen. De penningmeester 's lands van Schouwen werd benoemd door burgemeester en heemradenopper dijkgraaf en rentmeester van Beoosten-Scheld. Door hem werden de waterpenningendie omgeslagen wer den ontvangen uit handen der waterklerken van de vier vie- rendeelen. Op ordonnantie van burgemeester en heemraden werden door hem betaald de uitgaven ten behoeve des polders te doen wegens buitenwerkeninlagenrentenmaterialenar- beidsloonen en welke andere ook. Jaarlijks werd door hem rekening gedaan te Zierikzee voor burgemeester, schepenen en raad, in tegenwoordigheid der sta ten 's lands van Schouwen en ten aanhoore van een iegelijk, welke rekening dan door hem met solemnelen eede werd be vestigd. Archief III'. dl. 3«. st. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 483