98
I
Der heemraden-klerk werd benoemd door burgemeester en
heemraden.
Tot zijne verpligting behoordeal de resolutiën der staten
's lands van Schouwen te registrerenhet citeren der partijen
die voor burgemeester en heemraden moesten verschijnenaan
deze van alle vonnissen en appointementeu van dat collegie akte
te leverende biljetten van de inlagen uit te schrijven en
daarvan register te houdeu (waarmede vermoedelijk bedoeld
worden de bestekken of beschrijvingen van te maken inlaag-
dijken); het schrijven der rekening 's lands van Schouwen
zoowel van de waterpenningen die jaarlijks werden omgeslagen
tot het, maken en onderhouden der buitenwerkenaanschaffing
van materialenvoor het maken van inlagenhet betalen
van renten en alle andere uitgavendie uit die waterpennin
gen moesten worden bestredenals ook van de smalle on
kosten, die in elk vierendeel voor onderhoud van wegen,
heulen en andere boven de bedoelde waterpenningen werden
opgebragt.
Ook deze ambtenaar moest jaarlijks aan het slot der reke
ning zijne handelingen met eede bevestigen.
De waterklerken (ook genaamd klerken der gemeene reke
ning) waren de personen, die jaarlijks, wanneer bij het doen
van rekening werd vastgesteld, welke waterpenningen of ge-
schot voor het volgende jaar zouden geheven wordenten
overstaan van burgemeester en heemraden, opperdijkgraaf en
onderdijkgraven en den rentmeester van Beoosten-Scheld bij
openbare aanbesteding onder behoorlijke borgstelling voor den
minsten prijs aannemers werdenom in elk vierendeel die
waterpenningen van de geërfden in te vorderen, zooals deze
bekend stonden in de registers der laatste verhevening van
de vier viereudeelen.
De gegoedheid der borgen moest worden gestaafd door de
gezworenen der vierendeelenwaarin zij woondenen de daar
van af te geven verklaringen overgebragt bij den in functie
zijnde voorzittenden burgemeester.