11
zij wilde; in 1656 zelfs tegen 3 V pCt. a) Geen wonder dat
zij in staat was groote zaken te doenen dat de Stad in haar
een gereed middel bezatniet slechts om allezelfs gewaagde
ondernemingen van handel en reederij geldelijk te ondersteu
nen; maar ook om zich zelve in geval van nood aan pen
ningen te helpen. Dat de Stad van dit middel spoedig een
druk gebruik heeft gemaaktblijkt uit eenen in het archief
van de bank voorhanden, bundel met, van 1 tot 57 ge-
nommerdeschuldbekentenissen door de thesauriers der Stad
ten behoeve van de Leenbanken van de Wisselbanktusschen
Maart 16-10 en Juli 1671 afgegeven, ten gesamenlijke be
drage van 283,176 (waarvan 37,776 ten behoeve van
de Wisselbank), door de Stad opgenomen; van 16101658
tegen 5 pCt.voor de overige jaren tegen 1 pCt. Eenemede
in dat archief voorkomendeLijste van de obligaliën wegens
't huys van leening e lot laste van de heer en thesoriers der stad
Middelburgloopende over de jaren 16611673 geeft de
som van 252,972 voor kapitaal, en van 9,729 voor in
trest als schuld aan de Stad jegens de Leenbankaan.
Men zal over de uitgebreidheid der zakenwelke de Leen
bank in de 17e eeuw deed, kunnen oordeelenwanneer men
verneemt dat de rekening van penningen a deposito op het
Grootboek van 1671 voor eene som van 153,000 (ƒ2,718,000)
debet stond. De bank was bovendienvolgens de balans
over dat jaar, 20,690 aan diverse andere crediteuren schul
dig; maar het verlies, 't welk zich reeds in 1659 geopen
baard had, was ook Godt betertzeggen de balansen) tot
18,981 (nominaal) aangegroeid, terwijl het in 1680 na
de catastrofe van 1672 bleek in werkelijkheid 57,970 of
of bijna 350,000 te bedragen. De bank had zich trou
wens ook niet tot het bedrijf van geld opnemen en uitleenen
bepaald meer dan één bewijs is in de boeken te vinden
dat zij nu en dan geldhandel dreef en met het haar toever-
l) Zie secreet reg. 23 Dec. 1656.