105 Zierikzee door Philips van Bourgondië werd begiftigd met de aanstelling van een collegie van heemraden in het jaar 1563; nog geenszins geëindigd was. Dwingt het eerbied af; als men bedenkt, met welke vol harding en ontzettende opofferingen men den polder Schouwen, niettegenstaande die zóó voortdurend door ontzettende rampen geteisterd werd, heeft instand gehouden, het baart wel ver wondering, dat dit nog heeft kunnen plaats hebben bij zoo veel strijdbij zooveel disharmonie tusschen hendie geroepen waren eendragtig zamen te werkenbij zooveel misbruiken en bij een zoo gebrekkig beheer, dat in menig opzigt een wan beheer mag worden genoemd. In het jaar 1568 was men genoodzaakt tengevolge van voor gevallen oeverafschuivingen en dijlcvallen te besluiten tot het maken van een doorloopenden inlaagdijk van Borrendamme tot Burgksluis ter lengte van 4200 Schouwsche roeden, waar door een groot gedeelte van het vroeger bestaande vijfde-deel Zuidland, in 1558 reeds aan aangrenzende deelen (sedert vierendeelen genoemd) toegevoegd, benevens een gedeelte van het poortambacht en het zuider-vierendeel moest worden bui- tengedijkt. Men vindt dit vermeld in eene remonstrantie of rekwest van de regenten van den lande van Schouwenin dato 10 Augustus 1690, gerigt aan de staten van Zeeland, te vin den in de staten notulen van 1690 bl, 185 en vervolg. Er wordt niet vermeld op welke geldelijke offers het maken van dien inlaagdijk van nagenoeg drie uren lengte den polder is te staan gekomen, doch dat die ontzettend groot zullen zijn geweest behoeft wel geen betoog. In de Waterbouwkundige aanteekeningen van Conrad waar het maken van dien inlaagdijk mede vermeld wordt, vindt men daaraan toegevoegd al de tot dat jaar gelegde inlaag- dijken waren dus den een na den anderen doorgebroken en door de zee verzwolgen;" en ook wan 14751559 is op die wijze van het eiland Schouwen ruim 310Ü gemeten lands verloren."

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 491