Ill
een koopman te Antwerpen ten behoeve der dijkagie van Schou
wen groot f 1800, mits in de maand Jumj 1579 hem daar
voor worde betaald 2000;
dat in de raadsvergaderingen van 19 en 21 April 15 79
wordt melding gemaakt van eene door een koopman te Ant
werpen te doen fournissement van 6000 in baargeld en ƒ3000
op eene obligatie tot last der. generale staten of nog 1000 in
baargeld tot Maart 1580, mits de stad daarvoor betale een inte
rest van 2000, welke negotiatie ten behoeve van de dij
kagie van Schouwen zou worden aangewend;
dat in de raadsvergaderingen van 13 en 14 September werd
geresolveerd, nu er met zekeren Aart van der Eede, koop
man te Antwerpen geconvenieerd was over eene geldleening
van 18000 tegen interest onder verband der poorters van Zie-
rikzeede onwilligenom die obligatie of eene acte van indem-
nisatie te teekenendaartoe te dwingen door hun het poorter
schap en neering in Zieri/czee te ontzeggenen
dat in eene raadsvergadering van 13 Maart 1580 werd ge
resolveerd, eene commissie naar Antwerpen te zenden, om bij
Aart van der Eede of andere kooplieden eene merkelijke
som te ligtenten minsten interest doenlijk, al welke nego-
tiatiën blijkbaar door de stad Zierikzee gesloten werden tot in
standhouding der dijkagie van Schouwen.
Den 15 November 1576 werd door prins Wii.dem van
Oranje eene beschikking genomen op eene remonstrantie van
regenten van den lande van Schouwen. Uit dit adres blijkt,
dat Schouwen van December 1375 af, gedurende het beleg van
Zierikzee door de Spanjaarden na overgave der stad en nadat
deze weder was overgegaan aan de generale staten tot het tijd
stip waarop de prins die beschikking nam (en ook later nog,
zooals boven reeds is vermeld) onafgebroken geïnundeerd lag.
In het adres werd wegens den beklagenswaardigen toestand,
waarin de stad en het land van Schouwen benevens zijne dij
kagie dientengevolge verkeerden verzocht
1°. Vrijdom van alle generale en particuliere contributie