trouwde geld speculeerde. Van het laatste hebben wij reeds
een blijk gezien in het geldschieten op bodemery van schepen
der West-Indische compagnieal geschiedde dat ook tegen
22 pCt. intrest; een cijfer 't welk van het gewaagde van zulke
geldplaatsing getuigt. Men deed dit niet alleen in 1656
toen haar zaken nog gunstig stonden en de balans winst aan
wees maar ook in 1663 a)toen het ie kort reeds tot on
geveer één ton gouds was aangegroeid. Van den geldhandel
door de Leenbank gedreven, getuigt het feit, dat Commissaris
sen door de regeerende- en oud-burgemeestersin De roode
leeuw vergaderd geautoriseerd werden eene zekere hoeveelheid
ducatons onlangs hier in de munt geslagen die zij van de
West-Indische compagnie hadden gekocht en in betaling geno
men en die zij bij verzending naar andere plaatsen met voordeel
zouden kunnen verhandelen te transporteeren verhandelen
of verkoopen mits dat van het voordeel en de winst daarbij
te doen op de boeken notitie gehouden en in de rekening van
het huis van leening behoorlijk verantwoording gedaan werd 2).
Bovendien leende men niet enkel aan Middelburgersmaar
ook aan vreemden zelfs in het buitenland. .Tacob van dee
Swat.meburgemeester van 't Vrije te Sluis; Daniël de
Pinto te Amsterdam 3) Geeakd Heusch te Parijs Jan
Adeiaansz. en Pietek Lombekt te Londen treft men op
J) Zie seer. res. van 11 Dec. bij welke Commissarissen geautoriseerd wer
den aan de West-Lid. compagnie 8000 te verstrekken op bodemery van
het schip Walcherentegen 22 pCt.
2) Zie seer. res. van 20 Aug. 1650. Het schijnt dat van dezen geldhan
del eerst in 1658 rekening gedaan iswant in het Register ten rade van
12 October van dat jaar leest mendat de heer Westdorp rekening zou doen
van het goud, den 81 Juli 1653 van de West-Ind. compagnie ten behoeve
van de Leenbank door de Wisselbank ingehandeld. Ten ware men hier aan eene
tweed.e speculatie in goudgeld te denken hebbe.
3) Yan dezen komt in het Archief van de bank een, in het italiaansch
geschreven wissel groot f 19,900 voor, den 9 Februari 1667 getrokken op
Paulo Jacomo Pinto, te Middelburg, aan order van Herman Pottey,
Jacob Mersen en Gilles Munnicx (destijds Commissarissen van den Leenbank).