118
werd nog twee commissarissen toe te voegen aan heemraden
tot heter vordering van de inlaag en tot hun adsistentie ge
durende "t laatste verkregen octrooi.
In den raad van de stad Zierikzee van 3 Augustus 1586
werd besloten een nieuwe vaart te maken dewijl de oude door
de inundatie gedurende het beleg was te niet gegaanen wel
in dier voegedat de vaart van benoorden naar de stad loo-
pende ten koste van het land van Schouwen zou worden ge
maakt, docli dat die van Jannisseweg tot de stad tusschen de
landerijen gemaakt zou worden voor de helft voor stadsrekening
en voor de ivederhelft voor rekening van 't land van Schouwen
of door de eigenaars der landen langs die vaart liggende, zoo
als heemraden in redelijkheid zullen oordeelen te behooren.
Dit gold dus de nog bestaande vaart loopende van de nobel-
poort tot nabij Jannisseweg tusschen de landerijen en verder
langs den weg tot en voorbij Kerkwerve.
In dit jaar had in den zeedijk van Bengerskerke een dijk—
val plaats. Dientengevolge werd besloten een inlaagdijk te
leggen lang 511 Schouwsche roeden. Die dijk werd in
1591 voltooid. (De inlaag zelve is in 1662 geïnundeerd
en daardoor deze dijk geworden de tegenwoordige zeedijk
tusschen Suzanna's inlaagdijk en den eersten inlaagdijk van
Plauwers).
Zulks schijnt aanleiding te hebben gegeven om aan de staten
van Zeeland subsidie te vragen. Men vindt toch vermeld dat
de gedeputeerden van Zierikzee ter staten vergadering aan den
raad in dato 10 April 1588 rapporteeren: //dat de staten ten
behoeve der inlaag geene subsidie willen geventenzij 't land
van Schouwen mitsgaders de steden in dit eiland liggende
//schriftelijk aandienen hoedanige middelen zij tot de inlaag
willen contribueeren."
Hierop werd besloten aan te bieden een omslag over den
cirkel van Schouwen van twee en twintig stuivers op 5t gemet
boven de acht stuivers, die de gemeene zaak hief over den
dubbelen C penningdie geheven werd op de tienden renten