1-20
Den '20 Mei 1595 werd een accoord getroffen met dijkgraaf
en gezworenen van Zuider-Nieuwland bij Brouwershaven over
het sueeren van hun polder op Schouwen.
Aan die van Zuider-Nieuwland werd tot wederopzeggens ver
gunning verleend door het leggen van een zijl in den dijk van
Schouwendien polder op Schouwen te doen afwaterenmits
daarvoor jaarlijks betalende f 50 die voor het eerst zou ver
schijnen St. Maarten 1595.
Voor de beoordeeling der gestrengheid, waarmede het gezag
in oude tijden werd gehandhaafd is niet onbelangrijk de resolu
tie die den 26 Mei 1591 genomen werd: om de gezworenen
van 't wester vierendeeldie bij vonnis contrarie de ordonnan
tie van heemraden aan landlieden tijd (uitstel) hadden vergund,
om hun geschot te betalenop 's Gravensteen te gijzelen en
door den gemeente burgemeester (die tijdens de suspensie van
den baljuw als zoodanig fungeerde) tegen hen conclusie crimi
neel te doen nemenom bij schepenen daarop gewezen te wor
den.
Dit besluit was te strengerdewijl de heffing van een bui
tengewoon geschot van 2 per gemetwaartoe in 1590
besloten was, voor de geërfden zeer drukkend moet geweest
zijn en voor vertraging in de betaling gereede aanleiding gaf.
In het jaar 1597 werd eeu aanvang gemaakt met het gra
ven der nieuwe haven van Zierikzee. In 1600 werd dit werk
voltooid.
Hierdoor werd een gedeelte van den polder Schouwen (nu
Zuidhoek genaamd) van het overige van den polder gescheiden
en door afzonderlijke waterkeerende dijken beschermd.