ïas
ofschoon mijne omstandigheden mij zulk eene bede toestonden,
uw hart zou immers eeuwig voor mij gesloten blijvenAch t
mijne dierbare! wanneer de hand der Voorzienigheid u eens een
minnaar toeschikt, die u teder bemint even als ik u beminne,
denk dan nog eens aan mij en aan mijne ongelukkige liefde. Ach!
zoo uw hart slechts voor een oogenblik gevoelde 't geen ik voor u ge-
voele, er zou een medelijdende zucht uwen boezem ontglippen
Nu heb ik u 't geheim van mijn hart bekend gemaakt; doch,
ik bid u, schroom mijn bijzijn niet, gij zult mij te edelmoedig
vindenom uwe rust te verstoren. Vaarwelmijn waarde
en denk somtijds nog eens in uwe eenzaamheid aan de liefde
van hemdie altoos blijven zal
Mejuffrouw
Uw tederminnende dienaar,
J. Bellami
Zijn vurigste wensch werd dan verhoorddoch slechts door haar
niet door hare hem weerstrevende bekrompen moeder: van daar
deze rijmlooze dichtklacht, in Aug. 1780 geuit:
Ohoogste vreugde van mijn leven 1
Wat lijdt mijn angstig hart om u!
Gij mint mij maar helaasdie liefde
Bewerkt ons beider ongeluk.
Hoe donker is 't! Geen enkel straaltje
Van blijden voorspoed lacht ons aan
Ik hoor het grommend onweer loeyen,
Ik wandel als in 't dal des doods
OGod der onbevlekte liefde
Aizie toch gunstig op ons neêr
Doe boven ons de nevels klaren
Opdat de zon des heils verschijn
Dus roep ik vaak in stille nachten
Den Vader aller wezens toe.
Achdat hij mijn gebed verhoore
En u in mijne armen geef!
Obestewaardste aller maagden
Blijf toch mijn minnend hart getrouw:
De liefde kan het al verwinnen
De liefde tart den wreeden dood.
17AS0.