133 dandunkt mijis de gehoorzaamheid op hare grenzen geko men, en het kind mag, met toestemming van zijn geweten, zich tegen den wil der ouders aankanten. Nooit, zegt V..., moet gij uwe kinderen dwingen tot het aangaan van een huwelijk; en ik zeg: nooit moogt gij uwe kinderen dwingen, om hen van hun gemaakte keuze te doen veranderen, dan bij een wezenlijke noodzakelijkheid. Mijn brief zou te lang wordenzoo ik alle mogelijke gevallen wilde aan stippen waarin het noodzakelijk zou kunnen zijnom een hu welijk te verhinderen. Een voor allen zal genoeg zijn een jongeling, wiens gedrag van alle deugdelijke en verstandige menschen gelaakt wordt, die op allerhande wijze zijne goederen verkwist, door ruwe losbandigheid zijne gezondheid krenkt; zulk een jongeling heeft een jong, een deugdzaam meisjen be wogen om hem te beminnenen de liefde maakt haar doof voor de welmeenende raadgevingen van haar vrienden. Haar ouders zien de toekomende rampen des huwelijks te gemoet. Zij zien het gevolg der verkwistingen van den jongeling in het helderste licht, en zouden nu deze ouders niet alles aanwenden, om deze verbintenis in te toornen dat is een der gevallenwaarin het geoorloofd is, zijne kinderen in het stuk van huwelijk te dwingen. Ik zou nog meer zeggen, mijn lieve, doch de tandpijn be neemt mij allen lust. Den ganschen nacht heb ik niet geslapen en mijn aangezicht is dikker dan het nog ooit geweest is. Ik hoop, zoo er morgen gelegenheid is elkander te zien, dat mijne wang beter zal zijn; anders zal ik een droevige vertooning bij u maken. Maar wat zwarigheid? ik moet bij u zijn, en gij zult mij om een dikte in mijn aangezicht niet verachten. 3. Zondag4 Aug., 3 uren. Zoo evenFransje sprak ik met uw vriendin K. B.; maar in Godsnaam, mijn schat, ga zoo weinig als u mooglijk is met haar omhare beginselen zijn verderfelijk. //Indien het de verachting niet was", zeï ze, die men doorgaans van de meisjens heeftdie zich wat licht

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 521