134 aanstellenzou ik het nog al toe kunnen gevendoch zij die met ons gemeenzaam zijn, verachten ons, en dat zou mij weer houden". Zijn dat beginsels van een eerlijk meisje? Denkt gij ook zoo, Deans je Denkt uw hart zoo? Yervloekt, die uw trachtte te verleidenhetzij meisje of jongeling Ach, mijn leven eenige vreugde van mijn rampzalig leven! Blijf toch voor uwen B.Laat uw hart, dat zoo teder, en zoo ik mij niet bedrieg zoo deugdzaam is, niet bedorven worden door schandvlekken uwer sexe 4. Aug. 1781. Een meisje, wier eigenliefde zoo buitensporig is, dat ze door de laffe en lage zoogenaamde galanteriën ge streeld wordt van een lichtmis; zulk een meisje is ondeugend. Wanneer men u beleedigt, beleedigt men mij. Indien deze beleedigingen evenzoo een indruk op u makenals ze op mij doen, moet ge het mij slechts zeggen ik zal wel middel vinden om ze tegen te gaan. Mijn bloed kookt. Er kunnen oogen- blikken komenwaarin ik mijn geduld zou verliezenHoe meer ik de onbeschoftheid naga, hoe heviger ik worde. 5. AchEransje waarom kunt gij mij niet meer beminnen Is onze liefde dan iets misdadigs? Laten zij vreezen, die de geheiligde rechten des huwelijkshet zuivere gebied der zeden en der kuischheid ontheiligen. Ik bemin uVoor God voor al het geschapenedurf ik deze bekentenis doen 6. Zou ik het van daag of morgen durven wagenom u te vragen of ik met u een eindweegs den rijweg mag opwandelen Deze jaren waren diewaarin Lavaters invloed zich zoo hier ais in Duitsehland liet gelden, en men er, op zijn voorgang

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 522