138 de kerk geweest, eer mijn aandacht op de leerrede gevestigd was. Duizend dingen liepen door mijne verbeelding: ijdelheden, snoodheden gruwelijke snoodhedenDe kerk ging uitik kwam thuis even gestichteven goedals ik er naar toe ge gaan was. Na den middag bleef ik thuis en hield mijne moeder ge zelschap, las eenige bladzijden in "Lavaters Dagboekdacht zeer verward over verscheiden dingenen schreef deze aantee- keningen. O, hoe weinig nut heb ik van dezen dag gehad! hoe weinig gepoogd te hebbenMisschien ben ik maar weinige schreden van het grafAkelig denkbeeldIn welk een zwarte gedaante vertoont zich de doodwanneer men zich niet bereid heeftom hem te ontvangen Grootmachtig heldverwinnaar van den dood Ontruk mij eens aan 's vijands slavernij Geef mij ook deel in uwen kruistriomf! Hij dreige danikdoor üw schild gedekt Zal hem vol moeds in 't grimmig aanzicht zien Nu vrees ik hemwijl ikontbloot van kracht In 't worstelperk voor hem bezwijken zou. Maar zoo Uw hand mijn hand ten strijde leert, Dan zal ik eens met U in zegepraal Door 't Eden Gods, omkleed met Hemelglans, Alom de vrucht van Uw verwinning zien. Mijn Godhoe zalgelukkig sterveling Die door het bloed van Kristus zijt gekocht! Geef mijo Godook in dat heil te deelen Des avonds na den eten Nauwlijks ben ik een oogenblik zonder bezigheid, of ik denk aan mijne dierbare, mijne geliefde F(ransje). Sedert ettelijke dagen is zij ziek. Vier dagen ver liepen er sinds ik haar gezien hebbe. Achhoe langen wie weetwanneer ik haar zien zalongelukkige Fransje Gij bemint mijGij bemint mij in 't midden van mijne donkere omstandighedenO God wie weet tot welke ram pen deze liefde ons voeren zal! Waren het alleen mijne werkelooze oogenblikken die aan deze overdenkingen gewijd

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 526