152 vertooning maken. Genoegzaam al den tijd, dien ik hier ge weest benheb ik mijne kamer moeten houdenwegens een folterende hoofdpijn, die met vlagen op mijn tanden viel, en mij schier woedend maakte. Doch ik doe der Stichtsche lucht groot onrecht; ik zou eerder geloovendat die pijn nog een gevolg is van den nadeeligen invloed der ZeeuwscheMaar neendit kan de liefde tot mijn vaderland niet toestemmen Misschien heeft mijn hospes veel deel in het vermeerderen mijner ongesteldheid. Ik was nog maar nauwlijks hier, of die kerel begon eene redevoering te doen over de noodzaaklijkheid der meubelen in eene huishoudinge. Ik trachtte hem te doen begrijpen, dat mijn vriend Yorick met zes hemden en een satijnen broek eene gansche reis door Frankrijk en Italië on dernomen had Doch het was vergeefs. //Gij moet theegoed hebben, mijnheer! tabaksgoed! Gij hebt niets om uw linnen in te leggen, mijnheer! Ik zal een tafelkastje voor u koopen tafelborden moet gij ook hebben!" Gedurende al dien tijd zat ik met mijn pijp te spelen. //Mijn dochtertje heeft den wijn besteld, mijnheer!" In 't kort, wanneer ik nog iemand de trappen hoor opkomengaat er een schrik door mijn leden doch ik vlei mij dat de hospes thans aan het non plus ultra zijner schikkingen gekomen is. Waarlijk, mijnheer, indien ik niet iets gunstigs van uwe hulpals ook van die der andere heerenvoor mij verwachtteik zou welras hier een alleraakligste vertooning maken. Ik ben reeds zeer benieuwd, hoe het met mijne zaken in "Vlissingen staat; een brief van u zal mijne nieuwsgierigheid voldoen. Ik heb in Amsteldam geweest; mijn eerste werk in die stad was, een bezoek bij uw vader af te leggen. Uw vader heb ik niet gezien; er was iemand bij hem, om ge ëxamineerd te wordendoch uw moeder heb ik gesproken. Zij iszoowel als uw gansche familienog zeer welvarend Me juffrouw vam Been ik meen dat de naam zoo is heeft ook met veel deelneming naar uwen welstand gevraagd. Maar wat hoor ik? Een student, die zoo straks bij mij kwam, zegt mijdat men hier een zestal predikanten benoemd heeften

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 540