159 Aan van der Woordt Zou ik schrijven? dacht ik dezen morgen, toen ik opstond; zou ik schrijven? Wie weet, of mijn vriend van der Wooedt het lezen niet zoowel als het schrijven vergeten heeften wat zou hij dan met een brief doen? Vaart gij nog wel? Uw gansch gezin nog wel Ik zal maar drie woorden met u spreken ik heb geen tijd. Beoes is beroepenmisschien weet gij het reeds. Ik ben benieuwd of hij het zal aannemen Voorleden saterdag over acht dagen ben ik te Amsteldam geweestden Hengst is wel en laat u zeer groeten. Uit is een conferencie over de Oden geweest; in een volgende zal ik u hier over nader schrijven. i) Aan Broes zelf schreef hij bij deze gelegenheid: Utrecht, den 15 April 1782. Waardste vriendGisteren avond is hetgeen ik zoo vurig gewenscht heb geschied. Gij zijt beroepen, mijnheer! tot algemeen genoegen beroepen! Ik wensch er u hartelijk geluk medeen ik smeek den Alwetendedat Hij u be ware geenen stap in het donkere te doen 't Is groot, waarlijk groot, zoo jong zijnde reeds in zulk eene aanzienlijke stad beroepen te worden! O, mocht het der Voorzienigheid behagen, dat gij kwaamtUw karakter duldt mijne Zeeuwsche rondborstigheid: ik zou in u een vriend en leeraar vinden. O, het is zoo zoet, wranneer men zijn hart in den schoot van eenen vriend mag uitstortendie deel in onze belangen neemtHet mangelt mij hier niet aan vrienden of liever aan zulken die met mij zoeken te verkeerenmaar helaas tot nog toe heb ik er niet éénen gevonden die mij bevalt. Uw beroepingzooals gij weetmoet nu nog goedgekeurd wordendoch aan de goedkeuring twijfelt niemandin het algemeen is er groote vreesdat gij voor de beroeping bedanken zult. Maar hier zwijg ikhet is moeilijk zelfs vermetel, deu wil der Voorzienigheid in de omstandigheden van een ander te willen bepalen. Gij zult mij wel eens schrijven Ik verlang zeer naar een brief van u Thans heb ik geen tijd meer, zoo aanstonds moet ik uitgaan. Vaarwel! de Hemel doe u het beste kiezen! Mejuffrouw Atwei.l heeft heur hartelijke groe- tenis verzocht te doen aan alle hare vriendenbizonder aan mevr. Lamjbrecht- sen den heer pensionarisen aan mijnh. en mevr. Kr oef. Groet van mijnent wege mijne vrienden en begunstigersen wees broederlijk gegroet van Uwen vriend Bellami.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 547