165 uik ben immers de man niet voor 't podagraOver acht dagen begint de vacancie; doch ik kom vast later af: ik heb hier iets dat mijne tegenwoordigheid vereischt. Twee mijner vrienden de een te Naardende ander in den Haag wonendehebben mij verzocht de groote vacancie bij hen door te brengen, 't geen ik heb afgeslagen. Ik heb drie stukjes onder den titel van Vaderlandse/ie Gezangen van Zelandus uit gegeven die aanstaande week in Ylissingen te koop zullen zijn. In de Post zal er ook iets van mij geplaatst zijn, Aan dezelfde in de vacancie Ik wilde gisteren avond wel komen maar mijne beenen weigeren mij te dragenterwijl de woedendste pijn mijn hoofd schier vaneen rukteden ganschen nacht heeft de pijn aangehouden en thans heb ik uit eigen beweging een purgacie ingenomen. Hoe ongelukkig: 10 maan den moet ik van u af zijn, en nu ik hier ben kan ik u slechts afgebroken zien! Mijn wang is ook meer gezwollen. Ik heb den docter laten halen. Mocht ik liever in Utrecht ziek zijn In Aug. aan dezelfde Gelukkig hijdie ongevoeligenz. (zie de Gezangen van B.). Ach, lief meisje! neem het niet kwalijkdat ik u de vrachten mijner droefgeestigheid mededeele 't Benepen hart zoekt lucht in zuchten of in tranen. De doctor heeft mij zoo even verboden van daag uit te gaan te meer omdat ik thans medicijnen gebruik. Wat het morgen Maar ach mijn Bellami het aadlijk podagra Is juist, gelijk ik hoor, tot ouze smart, zeer na, Door 't adelijke bloed en adelijke zonden Van ouds sinds Noach leefdeaan Pluto's hof verbonden En die heeft weêr een broer in Neêrlands Engeland Vervloekte podagraik zal op Rosinant Met een gevelde speerals ridder neergezeten U groote helsche reuszoo rijden op den bast Dat gij straks met uw kraam van hier naar 's Bosch verkast. 1782. De rulder van den groenen zwaarde.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 551