169 eenige schotels aan te tasten. '/Hola!" riep ik, //moet ik hier zijn?" Ja wel! zei de kastelein, hier is uw plaats, mijnheer. Al het brood dat onder mijn bereik kwamverslond ik met een soort van woede; in twee minuten had ik gedaan. Ik betaalde en vertrok. Dusverre. Geen staatkundig nieuws? Hoe spreekt men thans in Zeeland over de zaken? Zoo gij mij iets schrijft, wees wat voorzichtig; alles is hier niet even veilig. Mogelijk krijgen wij hier een postmeester, die. Gisteren is er een zeker man in ons vaderland op honderd en tien artikelen gehoord verder weet ik niets. Ik hoor thans niets van de kaperreederijenzijn die dood? Ja, mocht ik de verraders van ons vaderland ook eens, een voor eenbekeerenMen vroeg mij laatsthoe ik mijn boeren bekeeren zou? Ik zei: indien er één onder de broederen was, die, in weerwil van alle mijne vermaningen, op den weg der verkeerdheid bleef voortwandelenzou ik hem bij mij onder vier oogen op mijn kamer nemen de deur welgesloten hebbende zou ik het venster openen; en dan ben ik gerust, dat ik hem in tijd van een half kwartier, zoover brengen zou, dat hij, op vleugelen van zijn geloof, het venster zou uitvliegen Gij be grijpt, dat dit een wijze van bekeeren is, die aan alle men- sclien niet gegeven isAls ik predikant benzal ik het ver brengen Yaarwelmijn vriend! groet allen, die u dierbaar zijn, van mij hartelijken wees hartelijk gegroet van uwen Bellami. Zal ik schielijk een brief van u hebben Gij zoudt somtijds denken dat ik van dezen brief een scheepje had willen vouwendoch het is niet zooIk heb getracht mijn vaderland met een nieuwe wijze van brieven sluiten te verrassenmaar mijne pogingen zijn vruchteloos geweest. Daar komt het weer Het dreigt mijZoolang ik nu tegen u gesproken hebbleef ik tamelijk vrolijkmaar nu komt die leelijke melankolie weêr. O, o! mijn vriend Kleyn

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 555