171 been gestootendoch het genas terstond; maar hier zal ik nog vóór mijn tijd stervenAlles wat ik nooit gehad hebkrijg ik hier. Thans hoest ik zonder zeer verkouwen te zijnte Ylissingen wist ik niet wat hoesten was. Ik ben voor dit land niet gemaakt. Men zegtdat de lucht hier zoo bij uitstek ge zond ismaar voor mij is de Zeeuwsche lucht vrij wat ge zonder. Niet ver van mijn huis woont een heer wiens jongste zoon omtrent van mijn jaren is. Die jonge heer liet mij gis teren vragenof ik vermaak hadom met hem eens te gaan rijden Hij heeft eigen rijtuig Eerst aarzelde ikdoch hij drong zoo lang aan, en beweerde het rijden zeer goed voor mijne gezondheid was, tot ik het eindelijk aannam. Gisteren kreeg ik een brief van Kleyn, dat zijne moeder overleden is. In n°. 106 van den Post zijn twee verzen van mij. Het eene Aan God is, zoo als het mij voorkomt, een der beste, die ik ooit gemaakt heb. Aanstaande week komen er weder Va- derlandsche Gezangen van mij. 24 Oct. Gij zijt een slim meisje. Hoe gaarne wilde ik u thans 1000 kusjes geven! //In n°. 103 (van de Post) staat een brief eveneens of gij hem gesclireven hadt; doch daar staat geen Zelandus onder1". Ei, ei! Ja, mijn liefste, het was van mijdoch om 2 of 3 sterke trekken heb ik er een anderen naam onder gezet. Waarlijk, Fransje, gij hebt beter oogen dan de meeste studenten. Ik moet nog iets opstellenom morgen in het Genootschap voor te lezendat mag ik niet ver zuimen. 26 Oct. Hier zit ik eenzaam op mijn kamer, 't Is thans 10 uur 's avonds. Rondom mij ligt mijn tafel met boeken bezaaid. "Voor mij staat een stuk brood. Een flauw vuurtje dat door mijne onachtzaamheid schier uitgedoofd is, schijnt nog met een klein vlammetje mij te willen vervrolijken O, hoe veel zoude ik niet voor uw afbeeldsel geven

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 557