175 wel hebben, Fransje p Het origineel bevalt u een weinig, dan zal de afbeelding u ook wel zoo wat bevallen. Op mijn verjaardag was ik zeer aangedaan ik schreef een vers Aan God o. a. zeide ik Maar Gijondanks mijn euveldaden Gij hebt mij immer nog gevoed Den alsemop des levens paden Mij door Uw gunstensteeds verzoet. Heb ik gena bij U gevonden Js 't Jezus mond, die voor mij pleit? O Vader, werp dan al mijn zonden In 't ij del der vergetelheid Aan Abr. Boone Waarde vriendIk wensch u van harte geluk met uwe be minde! Gij zijt gelukkig; ik ben minder gelukkig. Dit komt omdat ik een dichter ben; dichters zijn altoos het gelukkigste en het ongelukkigste in de liefde; mogelijk, dat mijn geluk nog komen zal! Nu, dat zij zoo! Gij vraagt, of ik zal kunnen overkomen? ik weet het nietKom gijmet uwe en mijne bemindenaar Utrecht wat Dit zou eerst een plan gevenIk zal zorgen dat ik beter uitgerust ben als gisteren avond; ik was gisteren vijf en twintig jaar gewordenik had twee of drie mijner goede vrienden bij mij gevraagd op een stuk brood en een glas wijn dit is studentenmanier. De heeren kwamen te half acht bij mij. //Breng eens een llesch wijn of twee boven!''' riep ik. Een weinig naderhand kwam de dochter van mijn hospes boven //mijnheer, gij hebt geen wijn meer!'" Als de booze geesten wijn konden drinken, zou ik vast geloovendat zij ze opgezo pen hadden! geen wijn! //Vliegends, meisje, haal vier flesschen bij mijnheerof bij mijnheerMorgen zal ik wijn opdoen, dan zal ik ze teruggeven". In tijd van tien minuten had ik vier flesschen wijn. Zoo gij overkomt, zal ik vier ankers opdoen; maar gij drinkt niet veel; jongen, zoo gij een dichter waart

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 561