176 Ook wordt den dichtren nagegeven Dat zij van ouds in 't algemeen Van waarheid, liefde, en wijn, en van gezouten reen, Geen bloote minnaarsmaar ook kenners zijn met een. Dit zegt mijn dierbare Geleert. Ik ben thans in een malle luim: gij zoudt denken, dat ik vrolijk ben neen waarachtig nietBedroefd ben ik ook niet recht; ik weet niet, wat ik ben. Roe vaart uw broeder en zijn vrouwtje? Zeg hemdat hij eerlang een geduchten brief van mij te wachten heeft. Eer ik dit vergeetschrijf mij eens omstandig en waarachtig hoe het gelegen is met liet verlaten van dat wachthuis door een officier met zijn soldaten, 't welk door de boeren is ingenomen. Ik heb er veel belang bij, om dit omstandig te weten. O Hemeldit zijn nu onze beschermersmaar ik zal zwijgen mijn bloed is te vurig, en mijn diift benadeelt mij zelf het meest Ik vraag u verschooniugBoone, dat ik u geen Faderland- sche Gezangen gezonden hebik heb het vergeteneerlang zend ik een boek naar mijn lieve Fransje, dan zal ik n9. 2 en 3 zenden. Holla; zoo als ik de kaars wil snuiten, valt er een klad inkt op den bovensten regel van deze bladzijde ik zal hein uitvegen Veel kan ik u niet schrijven; ik heb te veel werk Groet mijn moeder, Zandi.even Cappei.ee, uw broeder, uw beminde, Ki.eeuwens, enfin alle mijne kennissen. Bij een volgende gelegenheid zal ik u eens breedvoerig schrijven, dat gij voorzichtig moet zijn voor de lagen van mijn beminde's broeder en zuster. Zij zullen mogelijk alles doen om u in hunne belangens te krijgen! Wees voorzichtig! Blijf een vriend van Beeeami! Thans kan ik niet meer; gij hebt, meer tijd als ik schrijf gij mij meer. Groet Nortier Gij moet de lieve kinders van Ki.eeuwens eens voor mij kussen Vaarwel! zijt hartelijk gegroet van uwen Bei.eami. Den 13 November (1782).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 562