186 aangezicht der gravinne zicli een zekere ontevredenheid teekende die onder verbetering een gewrocht of, om beter te spreken, een gevolg was van eene beleedigde eigenliefde. Beschouw alle menschen mijnheervan den weleerwaardigen orthodoxus af tot den eenvoudigsten boer ingeslotenen dus ook omgekeerden gij zult duidelijk zien dat er niets lichter de eigenliefde kwetsen kan, dan een tegenstelling of verwerping van zekere gekoesterde gevoelens. Kooit was mijn grootvader in een misselijker luim, dan wanneer ik staande hield, dat onze aardbol om zijn eigen as draaiten de rede van zijne ontevredenheid was zijn gevoelen van het tegendeel, 't Is of ik het hem nog hoor zeggen: //jongen!" zei hij dan, met eën soort van verontwaardiging, //jongen! gij praat van dingen, daar gij niets van weet! een man van mijn jaren en belezenheid diende iets beter te weten dan gijgeloof ikmaar zoo gaat hetmen wil wijzer zijn dan de oudenNatuurlijkerwijze werd mijn eigenliefde door deze aanspraak niet beleedigdomdat in het verwijt zelve "een soort van triumf lag opgesloten wel te verstaan een triumf voor mijne eigenliefdeMaar geheel anders was het met de gravinne van G***; bij haar was het niet alleen een beleediging der eigenliefde, veroorzaakt door strijdigheid van gevoelens: een zekere teleurgestelde verwachting; want de eenstemmigheid van gevoelens en neigingen is de ziel van het huwelijk" (Hip. in A. D. G.). Een zekere teleurge stelde verwachting paarde zich met de beleedigde eigenliefde dit verwekte misnoegen het misnoegen baarde haat de haat teelde wraakzucht en de wraakzucht maakte een plan om het leerstuk van de kastijding des vleesches, t/ieoretice en practice - staande te houden ten koste van het systema van den graaf. Toen ging het met de gravinne van G en met den graaf K zooals het doorgaans gaat onder strij dende gezindheden zoodra ais men aan wederzijden het middel gevonden heeft, om overeenkomstig zijne begrippen te denkeu en te doendan zeg ikzwijgt de eigenliefde al schielijk stil envolkomen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 572