193
ontvangen hebben. Men denke niet, dat ik Engelschgezind
geworden benomdat ik een vers op Ei.liot gemaakt heb
de verdiensten van dien generaal schitterden mij zoo sterk in
de oogendat ik niet kon nalaten hem te bezingen. Ik ben
zeer benieuwdof mijn Gezangen in Vlissingen nog al gelezen
worden. Nu nog een woord van Lau. Ik was eigenlijk de
eerste die hem aanraadde proponent te wordenen wel omdat
Tjeenk dood is. Hij is een geboren Engelschman en voor
zoo veel ik weet een goed en kundig mensch. Een Engelsch
man zijnde, denk ik, dat hij der gemeente wel bevallen zal.
Hij is getrouwd en heeft één kind. Tn Maart zal hij proponent
worden Hij heeft mij verzocht eens voor hem te schrijvenen
aan wien kan ik het beter doen dan aan u? Mag ik het u
verzoeken zorg dat hij de plaats krijge. Mag ik eerlang hier
over uw gedachten eens weten
Ik zal mij onderteekenen met een onvolkomen schaduwbeeld
van Zelandus, (lij kunt er hem immers wel uit kennen
WelEd. Gestr. Heer Uw dienaar,
Zelandus.
Aan Mens 4 Maart
Waardste vriend!
Daar zit ik weer als Job, toen zijn vrienden hem ver
troostten. Ja, die vertroostingen van Jobs vrienden waren hem
zeker zoo aangenaam als mij de briefjes, die ik dagelijks krijg:
f 70, f 63, f 20. O, Jacob! en nog en is het einde niet!
Ik zie er waarachtig geen gat in Die Belialskinders moeten
geld hebben Nu ja ik kan immers geen geld maken Als
ik het hadzou ik ze maar op mijn kamer laten komenen
nemen zooveel als ze hebben moetenmaar nuDoch
Al was 't, dat ik mijn laatsten duit
Den kindren Belials moest geven,
Al trok men mij het roksken uit
Al wierd ik nakend weggedreven
Toch zou ikmet een blij gelaat
In 't kamisooltje wederkeereu
Hem, die de wereld rollen laat,
Kan 't allerstrengste lot niet deeren!
Archief JIIe. dl. 3e. st. 13