196 mij om u mijn halve bibliotheek prezent te doen Zelandus. "Waarlijk, gij zult immers niet boos zijndat ik het nu niet gedaan hebAls ik iets doen wilen de geleerdheid komt voor mijn verbeelding, dan is het of mijn verstand, mijn weinigje vernuft, al mijn lust gelijktijdig mij verlaten! De Hemel weet, hoe het met mijn 5 nommers Vad. Gezangen nog af zal loopenen zij moeten er evenwel ook zijnGij moet mij schielijk schrijven, of gij boos op mij zijt of niet. Hoe staat het met het schetsje van Hulk? Heeft hij er al iets aan gedaan? ik ben er zeer benieuwd naar. Nu, vaar wel, gij zult mij ten eersten schrijven! Geheel de uwe, Den 15 Maart. Bellahi. Aan Fillis1 AprilIk heb zes nachten na den anderen op de wacht geweestals ik bij den eenen officier gakan ik het den anderen niet weigeren. Zulke partijen brengen mij recht in mijn element. Ik heb met de burgers geëxerceerd het vers, dat ik voor hen gemaakt heb, opgezegd. Ik ver beeldde mij reeds aan het hoofd van een bende vaderlanders den vijand te keer te gaan. Groet Chloë eens van mij. Denkt ge niet, dat Jmijn Utrechtseh meisje is? Ja, Fransje, gij weet dat ik mijn best doe, om overal waar ik kom meisjes op te doen. Laatst ben ik schriklijk verliefd ge weest op een jonge baronesse, de freule vaneen aller liefst meisje van een jaar of 16. Ik was op het slot bij haar oom ten eten; de gansche hoogadelijke familie beviel mij weinig, uitgezonderd de jonge baronnes. Zij heeft veel van u in haar karakteren zou mij dat niet bevallen De freule maakte mij verscheiden complimenten over de eerdie zij hadvan Zelandus te leeren kennen, enz. Zoo gij altemet hoort, dat een Utrechtseh student met een freule doorgegaan is, dan moet gij niet denken dat ik het ben. Zend mij uw afbeeldsel! Gij plaagt mij schrikkelijk. 6 AprilIk ben half doodnog nooit heb ik zoohi kiespijn gehad; 3 dagen en 3 nachten na den anderen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 582