199 Men zou wel schielijk zeer onaangename aanmerkingen op mijnen smaak maken! Indien ik dat ding, dat voor uw beeld moet doorgaan, ergens gezien had zonder van iets te weten, en men had mij gevraagd, of ik het origineel kende, ik had met de grootste waarheid //neen!" geantwoord. Ik durf mij vleyen dat mijn oog anders fijn genoeg is, om zelfs maar een zweem van overeenkomst te kunnen waarnemen. Er is hier een meisje, dat ik gaarn zie, omdat zij veel in haar gelaat van u heeft, meer dan uw afbeeldsel! Verleden saterdag ontving ik het; met een soort van verrukking brak ik het kistje opontwik kelde het portret uit de papierenen zagHemelzeide ik eerst heel bedaard, //is dit Fransje?" maar mijne bedaard heid veranderde wel schielijk in woede. Weinig scheelde het, of ik smeet het ding tegen den grond aanmijn eigenliefde was gekwetstgij waart in mijn oog vernederdDoch het is nu zoo! Maar, Eransje, hebt gij dan niet kunnen zien of hij schilderde of crayonneerde? Toen hij reeds begonnen was, schreeft gij mij nog, dat gij zoudt geschilderd worden. Hoe is het mogelijkdat gij er bij waarttoen dat ding gemaakt is Zoo ik schilderen konwilde ik u zonder u te zien beter teekenen. Het eenigedaar eenige gelijkheid in is, is uw voorhoofd en welk een geraamte is die armen die handdie het papier vast houdt! De andere is iets beter; doch mijn geheugen is sterk genoeg, om mij te verzekeren, dat het origineel verre te kort gedaan is! Ik zal nu niet zeggen, dat liet af beeldsel wel 20 jaren ouder voorkomen heeft dan gij; ik kon het gerust voor mijn moeder laten doorgaan. Aan Abraham Boone, 7 Mei (17So). ik dank u zeerwaarde vriendvoor de moeitedie gij ge nomen hebt, om mij het portret van mijn meisje te bezorgen. Ik heb het ontvangenhet kistje zal ik zoo spoedig mogelijk terugzenden. Ik wensch u geluk met uw nadrend huwelijk. Gij moet mij eens schrijven wanneer het beginnen zal. Dat ik in zoolang niet geschreven hebkomt niet uit kleinacliting

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 585