202
zegt, zal ik nu niet spreken; dat moet een brief in 't bizonder
zijn dan zal ik u narijdenGroet uw zuster de Bruin har
telijk van mij, als ook haar man; groet den Hengst; groet
den doctor hoe heet gij ook Groet zijn juffrouw -hoe
is haar naam ook? Groet alle mijne kennissen, en wees har
telijk gegroet van uwen
Bellami.
Heeft uw zuster n°. 7 al?
Aan Fillis, 12 of 16 Mei; De tijd nadert, dat ik zal over
komen. Hoezeer verlang ikIk heb een brief van uw broeder
doch welk een koelheid! Vóór eenigen tijd is er een Engelsch
proponent te Vlissingen geweest, om te preêken; hebt gij hem
niet gezien? //Ik heb uw meisje gezien", zei hij tegen mij.
Mijn meisje? //Ja, ja, ik ging met een heer haar huis voorbij
ziedaar, zei hij, dat is de beminde van Beldam". Het is in
Vlissingen dus genoeg bekend.
Aan dez. 2 JuniZeg aan Boone dat ik een gedicht op
zijn huwelijk begonnen heb, maar dat ik vrees, dat het niet
gereed zal kunnen zijn.
Aan Boone, 14 Juni:
Ja, vriend, het is zooals gij zegt: ik moest een vers op uw
huwelijk gemaakt hebben; maar zult gij nu minder gelukkig
zijn? minder vermaak hebben? Dit denk ik niet. Zoo gij alles
weetwat mij verhinderd heeftdan zult gij mij zekerlijk ver-
schoonen. Ik zal u alles vertellen als ik bij u ben Eerlang
kom ikde juiste dag kan ik nog niet bepalen.
Gij zijt dan getrouwd! Geluk, mijn vriend! De Hemel
geve u een hartom al het genoegen de vreugde den
wellust aan eenen goeden echt verknocht, te kunnen smaken!
Leef gelukkig, mijn vriend! zelfs uit die kleene onaangenaam
heden die den besten gelukstand vergezellen, moeie uw geluk
voortvloeyenof het gelukkigste bf het ongelukkigste leven is