219
langd, om die schepsels eens te zien. Juffr. Bekker ziet er
beter uitdan ze mij doorgaans beschreven washet aangezicht
en de kleeding van Deken is juist het overgestelde van Bekker
Bekker is de azijn, Deken de olie; dat maakt samen een
goede saus. Het nieuws van Broes heeft mij zeer verheugd.
Aan Broes, 29 Jan.:
Is het waar, lieve vriend, is het waar? Mag ik u geluk
wenschen met eene bevordering, die uwe verkiezers zooveel eer
doet, als dezelve geëvenredigd is aan uwe verdiensten? Zijt gij
verkozen tot Professor te Leiden? Mijn hart neemt altijd een
levend, een warm aandeel in het geluk zijner vrienden; maar
nog nimmer voelde ik mijne vreugde zoozeer als nu Hij
die nog zoo jong reeds tot zulk eenen trap verheven wordt
is mijn vriend! Deze gedachte gaf mijn hart een gevoel van
edele, van billijke trotschheid.
Ik zat gisteren middag op mijn kamer te lezentoen On-
daatje binnen kwam: //jongen, weet gij het al van Broes?"
Wat Broes? Broes van Vlissingeu? //Ja, hij is tot Profes
sor te Leiden beroepen!" Lieve Godis't waarMijn blijd
schap liet zich in geene woorden uitdrukken. Duizend aan
doeningen maakten zich meester van mijne ziel. Met een Ba-
taafsche welmeenendheid dronken wijop uwe verheffing en op
uwen welstandten eersten een frissehen bekerCarp had
brieven van Amsteldam gekregen, die de tijding van uwe ver
kiezing medebrachten.
Zult gij gaan, Heer Professor? Immers ja? Welaan, ga!
De leerstoel der hoogeschool wacht u! Wordt de liefde van
allende roem van uw vaderland en de trots uwer vrienden
Mijn verbeelding voert mij reeds naar LeidenIk zie uik
hoor u reeds uwe oratio inauguralis met algemeene toejuiching
uitspreken Alles verheugt mijMaar waarom mag ik nu
niet te Leiden studeeren Doch ik zal u hooren. Onder het
getal mijner openbare leermeesters zult, moet gij mijn dier
bare, mijn verdienstelijke vriend, zijn Duizend ontwerpen