m
Groet alle de vrienden en wees gij hartelijk gegroet van de
Heeren Ondaatje en Carp! Zij nemen in uw bevordering
met hun gansche hart aandeel! Yaarwelbeste vriend!
T. T.
J. Bellami.
Aan Billis4< Febr
Wat een langdurige en strenge winterHet stormt en
sneeuwt weer verschrikkelijk. Het beroep van Broes tot pro
fessor is zeker te Vlissingen ruchtbaarSchoon ik zoo geheim
gehouden heb dat die preek (over den Wapenhandel) van mij
wasvraagt echter ieder zoo maar aan den boekverkooper
//Geef mij die preek van B. eens". Of het zoo met mijn
schriften als met mijn oogen is, weet ik niet; juffr. Deken
zeide al had ik u maar eens gezien ik zou u onder hon
derden kennenen dat wel aan uw oogenHebben mijn
vaerzeu en preeken nu ook zoo iets Bellamiaansch dat men
niet behoeft te twijfelen De boekverkooper zet mij sterk aan
dat ik nog een preek zou maken; ik zal eens zien
Broes aan Bellamy, 1 Febr.:
Uwe beide brieven zal ik kort.elijk beantwoorden. Het Haar-
lemsch nieuws is zeker; dat heeft mij Bens. Lambr. stellig
verzekerdde ontvangst kan echter nog eenigen tijd aanloopen
doch zal geen schade doen aan uwe overige inkomsten. Gij
vraagt, hoe de Hr. Z aan u gekomen zij? Wat een vraag,
ZelandusUwe Fillis, ja, heb ik gezien en gesproken; zij
is uwer waardig; zij bevalt mij uitnemend; in hare geheele
houding en wijze van spreken schittert eene edelheid en tegelijk
eene tederheid van ziel, die ik levendig begrijp, dat u moest
bekoren. Geluk, mijn vriend! Weinigen vinden eene minna
res die zooveel goeds belooftwen ze eens vrouw wezen zal.
Uw brief aan den Hr. v. A. is nog niet hier. Morgen ga ik
naar Middelburg, en zal uw verzoek bij Ds. Drijfhout vol
brengen. Dank voor uwe deelneming.