223 Waarlijk al mijn vrolijkheid gaat zoo zachtjes aan over, en ik vreesdat het weinigje vernuftdat ik bezitook nog wel zal aftrekkenals het zoo voortgaat. Als ik somtijds niet zoo een verschriklijke pijn in mijn voet had, ik zou de wereld maar belachen; maar die voet! Ik geloof, zoolang als ik nu weer hier geweest hebis er nog geen dag voorbijgegaan die mij niet met nadruk deed gevoelendat ik een voet hadZonder voet is het ook zoo wat naar. Nu heb ik bij alle mijne kwalen nog deze; onder aan mijn keel heb ik een gezwel van een aanzienlijke grootte; het is reeds open een bloedzweergeloof ik of ik weet niet recht hoe de naam van die dingen is. Ik geloof dat mijn gansche leven uit een keten van natuurlijke en zedelijke kwalen zal bestaantot nog toe zijn de schakels vrij wel aan elkander. Hoe varen de vrinden De B(ruin) en zijn vrouw en kinders P Den H(engst) en zijn vrouw en kinders? M. zijn vrouw en dochter? Dr. It. en zijn vrouw en juffrouw, hoe heet ze ook? Heeft de jongeling, die op uw kamer woont, u niet verteld, dat hij hier, in den Atlasbijna op zijn lichaamlijkheid zou gehad hebben Schot heeft het mij verteld. M. zat in den Atlas met een, twee, dat weet ik niet recht, te praten. //Ja", zeide hijdat wapenen van de burgers is maar gekheid't is maar spelen!" Meent gij dat? //Ja". En kent gij Zelandus wel? //Die denkt er ook zoo over". Dat is een v.rvl. kte leugenzei de burgerik weet welhoe mijnh. Zelandus denkt maar gij zijt een schurk of een gek M. maakte nog zoo wat gekheid toen de burger opstond en hem bij de borst vatte en heel significant verteldedat hij hem de deur zou uitschop pen. M. verbleekte en zeide: //gij moet medelijden met mij hebben Haha die jongen zal zichdoor zijn gekheid nog eens een gruwelijk pak op de lenden halenHij zal er u zeker niets van verteld hebbenof zoo hij het gedaan heeft zal hij voor 't minst zes burgers door de glazen gesmeten heb ben en den ganschen Atlas opgeruimd Nu een woord van zaken. Ik heb Zimmermynn (over de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 609