2-24
Eenzaamheidgelezenmaar ik kan u niet aanradenom hem
te vertalen; het is geen boekje voor de nacie; 't zou bijv. een
goede verhandeling in een Algemeene Oefenschool of zoo iets
zijn. Het interesseert niet. Het is een filozofische beschouwing
van de redenwaarom de menschen en kluizenaars zich afzon
deren. Het is dat niet, dat gij en ik verwachtten. Bij ge
legenheid zal ik het u eens terug zenden.
De wed. Doll heeft geschreven om een Zelandus voor de
Alg. Bibliotheek. Zou ik in dat boekske op mijn ribben krijgen?
Het is immers van de kabaal van de Bosch, die dat werk
schrijven? Wie schrijven er al aan? Wanneer komt er weel
een stuk van uit De Letteroefenaars hebben mijn Gezangen
de eer aangedaan, om ze onder één artikel met die van Weesp
te plaatsenVeel eeren veelmaar ik zou pedant
worden.
Het geld voor het inliggende briefje zult ge wel eens ont
vangen; zend het mij wat spoedig! Gij hebt die Vondel nog,
en dan de dames zie, dat gij er (hij bedoelt dat briefje)
ducaten of zoo voor krijgt; dan kunt gij het met den dichter
en de dichteressen in een kleen pakske overzenden. Zijn er
lijstjes om? glazen voor? Nu kan ik niet meer!
Vaarwel! leef gelukkig! groet de vrienden! en denk
somtijds eens aan uwen vriend
Den 16 Maart. Bellami.
Aan denz., 26 Maart:
Waarde vriend! In zes woorden alles wat ik te zeggen heb;
want de tijd ontbreekt mij. Ik dank u zeer voor de moeite,
die gij genomen hebt, om mijn geld te halen. Ik heb den
dichter en de dichteressen ontvangenzij hangen reeds aan de
wanden van mijn poëtisch vertrek. Dezen dag, het is vrijdag
26 Maart, dezen dag over acht dagen begint de vacancie. Ik
heb dominee O(ckebse) beloofd in de Paaschvacancie te komen
bezoekenmaar dat zal ik nu zóó doenik zal op denzelven
dag, waarop de vacancie begint, naar Amsteldam komen, en