225
blijven daar een dag of drie zoo gij het wachten kunt
dan keer ik weer terugen ga voor een dag of drie naar O.
is dat niet goed
Weet gij zoo weg met de Zelandussen? Dat gaat dan recht
schoon Hebt gij van mijn Leerrede ook verkocht Hoe
bevalt hij P lk hoop, dat het een schoone Paschen moge zijn.
Ik zeilde u ook uwen Zimmermaxn terug. Gij wildet wel iets
van mijn handenwerk drukken, zegt ge; dit kunt ge niet liever
willen, dan ik het zelf wenscht-e; maar gij zoudt, immers liever
origineeldan een vertaling van mij hebben? Zoodra ik maar
kan zal ik u iets geven wat weet ik nog nietVaarwel!
Alles op een ander tijd breeder! Vale!
T. T.
Zelandus.
Aan Pillis, 25 Maart. Is Kuipers uit de stad? Wanneer
gaat Broes naar Leiden? Weet men te Vlissingendat die
preek van mij is Hoe bevalt ze 1 AprilEen heer van
mijne kennis moest onlangs te Rhenen zijn. Een oude meid,
die in die stad bij een heer van de Vroedschap woont, vertelde
hem, dat ze mij zeerwel kende, dat ik altijd een wilde jongen
geweest was, dat ik een meisje had, de zuster van juffr. Ude-
mans, dat die historie een heel leven gemaakt had, enz. Alles
komt toch uit.
Aan Broes, 1 April:
Waardste Heer Professor! Klinkt u dit niet wonderlijk?
Ik kan mij omtrent verbeeldendat men tegen mij zegtwaar
gelieft mijnhr. de generaal, dat men de veldstukken plaatsen
zal?" en bij deze vraag zou mijnheer de generaal zich wel
degelijk gevoelen ook. Maar nu u quid est Kunt
gij u wel verbeelden, wat mijn ziel bij deze vraag gevoelt?
Bij zulk eene vraag neemt mijn gezicht een grammaticale plooi
aandie zich voornamelijk tusschen de wenkbrauwen uitteekent.
Ik geloof, dat in dat oogenblik de vriendschap van geen enkel
Archief IIIe. dl. 3e. st. 1 5