228 zulk een rond gezichtje? O, weet ge hoe? Maar ik zal mij zelf maar eens uitteekenen. O, Godin der uitteekeningbe stier gij mijne tedere vingertjes, opdat ik gelukkig slage in het copieeren van mijne krullenMijn aangezicht is bij mijne vrienden bekendzoo de krullen maar goed zijn a, beduidt de krul op de rechter-, en b op de linkerzij; c is het haar van boven; cl zijn de boucles van achteren. GenoegOGodin der teekeninge Schielijkzeer schielijk hebben mijne vingers dit gedrocht voortgebracht! Nu kunnen mijne vrienden ook een denkbeeld maken van den stand mijner krullenZult ge het inliggende aan Plaat bezorgen Ik heb geen tijdom thans meer te schrijven. Groet alle de vrienden. Eerlang zal ik een geheel paket met brieven zenden. Wanneer zal de kop herwaarts over gevoerd worden VaarwelT.T. Uit mijn klompen, Hannibal, in de maand der uitspruitinge. Ridder van G. der O. Aan Mens omstreeks denz. tijd Ik ben gekd. i. ik ben nog niet recht op mijn stel. Ik kan mij nooit beter den toestand van een banneling verbeelden, dan wanneer ik met groote schreden naar de schuit stap. 't Is voor mij altijd eene onaangename gewaarwordingAlles heeft een andere gedaantede Utrechtsche straatde achtergracht die groote brug; alles, de Beerebijt ook, alles ziet er anders uit, als ik die dingen aanzie, wanneer ik vertrek. Dit is een wonderlijk verschijnseldat ik dikwijls bij mij waargenomen heb: als ik in de schuit kom, hebben alle de reisgenooten iets van mijne vrienden, die ik in Amsteldam achterlaat; de een

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 614