233 Aan Mens, wat later in dezelfde maand: Daar zit ik weêrgeslagen aan beide mijn voetenGiste ren voelde ik aan den enkel van mijn slinkervoet wel eenige pijndoch ik vleide mijdat het door de beweging wel bete ren zouik ging frisch op aan het wandelenmaar ik had nog geen twee uren gewandeld, of ik had zulk een verschrik kelijke pijn in mijn beide voeten, dat ik niet wist, hoe ik thuis zou komen; Cahp moest al zijne krachten vereenigen, om mij te ondersteunen. Eindelijk kwam ik op mijn ridderlijk verblijf, daar mij een Reus, door de waudeling de koorts ge naamdzoo geweldig schudde, dat ik nijdig wierdMaar wat kon het helpen Vader Hercules zelf is tegen deze Reuzen niet opgewassen. Ik kon niet in slaap komen van de pijn ze is nu vrij draaglijk. Mijn doctor is kwaadaardig genoeg, om aan te merkendat ik zeer veel inclinatie voor de vrou wen zoo als men het noemt moet gehad hebben, omdat het podagra mij reeds zoo vroeg aanvalt; maar dit is ook niet meer dan een kwaadaardige aanmerking! Een goed diëetzoo als men zegtzou mijn kwaal nog wel kunnen uitroeyen; hiertoe brengt men: 1. Zich te wachten van alle spijzen, die de vochten ver hitten, verscherpen. 2. Zoo ook van alle drankendie hetzelfde uitwerksel te weeg brengen. 3. Niet bij de meisjes te gaanN.B. het woord gaan heeft hier een significante beteekeuis. 4. Zich vooral voor natte koude te wachten. 5. Zooveel mogelijk te zorgen, dat die koorts der ziele, de drift, zoo weinig als het zijn kan, ons beheersche; dus altijd bedaard nooit driftig worden N.B. l)it behoort onder het diëet van Bellami nooit driftig worden Ik zag daar zoo even eens in den spiegel ik ben reeds mager geworden maar mijn oogen staan nog goedmaar die zullen nog goed staanals ik reeds met den Dood op den postwagen klim OHemelwat is het schoon weêren ik

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 619