236
knoeid Schrijf mij of ze nu voor blad B genoeg zullen
hebben; zij moeten op een nieuwe pagina beginnen, niet daar
Be Recensent uitscheidt, nam. niet op die pagina. De laatste
pag. behoeft ook niet geheel vol te zijn. Nu, vaarwel! Over
morgen wacht ik geld en boeken. Groet de Bruyn en zijn
vrouw.
Aan Billis2e PinxterdagIk ben gisteren avond hier in
Amsteldam gekomen, om morgen weder naar Utrecht te gaan.
De reden, waarom ik hier gekomen ben, is omdat ik hier
iets op de pers hebdat zoo wat in de war liep. Hoezeer
beklaag ik Broes! 2) Is Kuipers reeds in de stad?
Aan dez., II Juni: Dezen brief schrijf ik uit Amsteldam.
Ik moet hier eenig geld halen achmaar eenigGod weet
hoe ik hier mijn schulden betaal! Binnen 14 dagen ben ik bij u.
Aan Broes, 19 Juni:
Neen, waarlijk, het kan er niet door, waardste Professor!
Ik heb niet in Leyden geweest, toen gij uw oratie gehouden
hebtmaar ik zal u een getrouwe opgave doen van de redenen
die mij hier gehouden hebbenzij zijn zuiver Hebreeuwsche
redenen: ik kreeg juist een beurt, om eenige vaerzen uit den
72en Psalm te verklaren op het collegië van den prof. Eau
juist op denzelfden dag, waarop gij uwe plechtige intrede doen
moest, n Kont gij dan die beurt niet overgeven?" Ja, mijn
heer; doch mijn belang vorderde dit niet! Ik moesteen testi
monium mede naar Zeeland nemenhet overige begrijpt
gijIk behoef nu niet meer tot mijne verschooning bij te
brengende professor moge een weinig grimmig ziende oude
vriend vergeeft alles
Blijkbaar het stukje Over het uitschrijven van prijsvragenbl. 2885
van den Poët. Speet. I.
2) Zeker omdat die liefdesgeschiedenis van boven, bl. 220, spaak geloo-
pen was.