21.2 Nu waardste vriend, vaarwel! Groet alle de vrienden, en wees hartelijk gegroet van uwen Zelandus. Hinlopen aan Bellamy, Utrecht, 16 Aug. (naar een uit treksel door van Sonsbeeck) Verschoouing van zijn stilzwijgen wegens de bezigheden van zijn ampt, die ook een verflauwing der Dichtkunst bij hem teweeg brengt. Vraag, hoe B. het maakt met zijn taalkennis en poëzy. Yoorts over de Ode aan Cappellen: //Wanneer het waar is, dat de vrienden van den man schijnen toe te stemmen, dat hij den natuurlijken godsdienst boven de geo penbaarde leer van Jezus verkoren heeft, is er in de krooning van Jezus l) iets, dat tegen de welvoegelijkheid strijdt! 't, Is waar, gij behandelt dat met veel delicatesse; gij spreekt noch van de verzoening, noch van de betrekking van Jezus op het menschdommaar waarom dan juist die wending gekozen? Is kroon, die meer dan 1000 kroonen waardig is, en is kroon van Jezus, als het hoofd der vrye scharen, wel in den toon, waarin het stuk gestemd is? Zou krans ook beter zijn?" Uitdrukking van verlangen naar B's bijzijn. Verder: //is uw Ode aan mij af? Kleyn is getrouwd en thans met Ei.ize in de Zwaluwe" (waar hij predikant was), //groen als gras, kwijnend als een stervend roosje. En uwe Eillis? ja, uwe Billis? Dat goede kind bemint u voor het oog der Vlissingsche wereld; en gij mint haar weer; nu, dat verstaat zich. Draag maar zorg, dat gij zooveel medebrengt, dat gij voor een half jaar genoeg hebt. Ochik huppel nog zoo eenzaam rondééne bloem! ja, maar en wel een groote maar ik kan ze nu niet vinden. Vóór veel jaren meende ik ze gevonden te hebben. Rau schrijft mij trouw geheele journalen van zijn hart uit 't Is Jezus, 't hoofd der vrye scharen, Die mijn Capellkn op de haren Ben kroon der vrijheid drukken zal, enz.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 628