246 Indische Post, door ons gansche vaderland te laten omdragen. Deze heer, dien ik het geluk heb, zeer wel te kennen, heeft mij gevraagdof ik hem geen correspondenoie in Zeeland zou kunnen bezorgen aangaande den toestand der O. en W.-Indische zaken? Zijn patriottisch oogmerk is, de ingeslopen gebreken aan te wijzen en middelen tot herstel op te geven. Deze Post wordt weekiijks uitgegeven, en er is reeds een compleet deel van af; hebt gij het niet gezien? //Ik zal eens naar Zeeland schrijven", zeide ik. En aan wien toch anders, dan aan u? Ik ken uwe kunde in deze zaken; ik weet uwen ijver, om verbeteringen te maken; met één woord ik dachtdat gij èn tijd èn gezondheid het u toela tende wel zoudt mede willen werken aan een plandat u zoo rechtstreeks aangaat. Het is geheel buiten mijn kring om van deze historie meer te zeggen want en dit doet alles af ik heb er geen verstand van. Groet onzen doctor en zeg hemdat ik eerlang eens een uitmuntenden brief aan hem zal schrijven. Groet alle de uwen en wees verzekerddat ik met mijn geheele ziel uw vriend ben Op Allerheiligen dag, 1784. Bellami. Ik heb vóór eenige dagen een Ode gemaakt, die mij zeer wel voldoet. Gij zult den inliggeuden wel ten eersten eens laten bezorgen Aan Mens één of twee dagen later Indien de drukker van den Spectator nog leeft, indien de letter nog niet versleten is, indien de afgedrukte bladen nog onbeschadigd zijn bewaard gebleven vlieg dan schielijk naar den drukker, en bezorg hem deze copieVan J. heb ik ten minste papier genoeg ontvangen; maar wat ik er van zal ge bruiken weet ik nietdaar is geen kieschheid hoegenaamd in. Nu, hiervan nader! De drukker of gij, geloof ik, hebt nog dat slot van dien brief, die in het tweede blad begonnen is; met dat slot moet het derde blad beginnen, en dit moet vol gen; op een nieuwe bladzijde, dat verstaat zich. In dit bun-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 632