59
//gevaceerd hebbendeheeft de heer reg. burgemeester van
//Citters deswegens rapport gedaan. En is het hatelijk saldo
//van de wisselbank bevonden te bedragen 5704 4 6
//en van de posterijen 1727 17 3. Daarop gedelibereerd,
//zijn de voorsz. heeren voor hunne genomene moeite bedankt:
//wordende heeren commissarissen van de wisselbank en van
//de posterijen verzocht en bij deze geautoriseerd om wegens
//de vorengemelde saldos met heeren thesauriers te verrekenen
//en liquiderendie alsdan worden gequaliiiceerd dezelve aan
//heeren commissarissen van de leenbank nf te schrijven, ter
//betaling op rekening van de penningen door de stad bij
//heeren commissarissen van de wisselbank genegotieerd."
Eerst in 1806 is men tot het inzicht gekomen dat zulke
afzonderlijke administratie van stadsmiddelenwelke nergens
anders toe diende dan om de raderwerken van de finantieele
huishouding omslachtig en ingewikkeld te maken, //een won-
//derlijke voet" mocht genoemd wordenwaarop onderschei
dden middelen sedert jaren herwaarts door een afzonderlijk
//bestuur, dat der leenbank namelijk, zijn beheerd geweest,"
en dat het noodzakelijk was dien toestand te doen ophouden.
Daartoe werd dan ook, den 20 December 1806, besloten,
op het zeer uitvoerig rapport door de heeren Steengracht
en Schoree destijds Commissarissen van de Leenbank in
de zitting van den Raad, van 29 November te voren, uit
gebracht. Dienovereenkomstig werd o. a. met 31 December
1806 de administratie van de Leenbankzoo als deze tot nu
toe aan twee Commissarissen uit den Raad en een Ontvanger
was gedemandeerdgehouden voor vervallen en geheel en al
vernietigd; de ontvangsten en uitgaven van de bank, zoover
die nog waren overgebleven of mochten worden gecontinueerd,
werden met 1 Januari 1807 aan de thesauriers opgedragen,
om in de stads rekening op de meest convenabele respecten
te worden verantwoord terwijl alle de boekencharters en
papieren tot de Leenbank specterendezoo ras de rekening
over het loopende jaar zou zijn opgenomen, door Gommissa-