268 Den volgenden dagIk weet niet meer in welke bewoor dingen ik gisteren op u gekeven hebwant ik heb sinds twee dagen zulk een hevigen aanval van het podagra gehad, als ik nog immer gehad heb. Den ganschen nacht heb ik niet gerust; ik ben geheel en al ongesteld en koortsachtig. De pijn is bij vlagen verschrikkelijk; 't komt nog al wel, dat ik zoo wat een Zeeuwsche gesteldheid heb. Ik wenschdat het schielijk be tereu moge. Ik heb de exemplaren ontvangenmaar als ik in Amsteldam komkan er wel een vechtpartij op zitten hoe veel slechte afdrukken hebt gij mij gegevenmaar weinig goede Hebt gij aan mijn verzoek, namelijk om nog een kopje of zes niet kunnen voldoen Of hebt gij het vergeten Doe het zoo gij kunt. Ik zou gaarn nog 10 of 12 exemplaren hebben, dan heb ik genoeg; zou ik die maandag, uiterlijk dinsdag, kunnen heb ben? al was het dan vooreerst maar zes? Gij zult mij pleizier doen. Zend mij die twee gebondeue ook maar hierik zal het niet bij Corbelijn insluiten. Wanneer komen die dingen van Nieuwi.and uit? Zult gij er mij ten eersten een zenden? Zult ge mij ook schielijk schrijven, wat men van mijn geknoei zegt? De advertencie zou ik liever dus veranderen A. Mens Jansz. geeft uit en heeft verzonden Gezan gen van -J. Bellamyop groot mediaan schrijfpapier ge drukt en met een afbeelding van den dichter versierd Door de Vaderlandsche Gezangenuitgegeven onder den naam van Zelandus is de dichter reeds bij het publiek bekend. Yan Nieuwenhuizen Zeker in de manier van de Oden van K(i.ein). Anders is het gekheid. Tot liet laatste stukje, Mijn Wensch. heeft hij reeds heerlijke muziek gemaakt. Gij zoudt twee stukjes kunnen uitgeven b. v en zien hoe het gaat. Doch hiervan nader! Hoe varen ze bij de B(iujin)? Groet hen. Heeft hij reeds een exemplaar? Zult ge op het in- liggende wel eens geld ontvangen? Zoo gij bij kas zijt, zend

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 654