273
Nu, schielijk! of ik kom weer per post over! Groet uw
Beminde zeer, en wees gegroet van
uwen vriend
Met stormenden haast. B.
Aan Billis3 Nov. Gisteren nacht heb ik een sterke koorts
gehad.
Aan Mens wat laterGij zijt dan een naar schepselDaar
krijg ik die gebonden boeken en twee vodden! maar geen lijstjes,
noch ronde, noch vierkant! Geen Bellamy's, daar ik u om
verzocht hebnietsHet lijstje van Hinlopen is betaald
schrijf het niet op, ik heb thans geen klein geld met een
volgende proef zal ik het u zenden. Ik moet hebben nog drie
runde lijstjesen dan het vierkante't Kan er immers niet
doorDeze proef zoudt ge reeds gehad hebbenmaar ik heb
gisteren uit de stad geweest. Ik moet er nog één revisie van
hebbenhoorzonder twijfel. Het getal van de pagina's en
de signatuurletters, verander gij die maar! Zijn in Amstel-
dam ook te bekomen die Zeeuwsche Dichtgedachtente Middel
burg bij van Osch, meen ik? In Utrecht kan ik ze niet krijgen.
Zend me zoo een diug, om te recenseeren. Niet vergeten
hoorSchielijk een revisieen een proef van 't eerste blad
zoo ik over een week of vier naar Zeeland ga, loopt het weer
in de waschHet tweede deel van (Beith's) Brieven heb ik
gelezen; daar is veel goeds in. Over die Minderjarige Zangster
zal ik in den Spectator ook iets zeggen. De schrijver (Kinker)
weet, dat ik den Spectator schrijf, en ik heb hem gezegd, dat
hij een veegje hebben zou. Vale! T. T.
B.
Aan Billis, 10 Nov.: Binnen 5 weken ben ik mogelijk
reeds bij u.
Aan dez., 17 Nov Ik ben nog verschrikkelijk verkouwen
"en heb eiken dag zulk een zware pijn in 't hoofd, dat mij alles
Archief IIIe. dl. 3e. st. 18