62 noch op panden van hoogere waarde meer intrest dan 65 pCt. 's jaars zou mogen nemen dat voor zooveel eenige panden minder dan f 200, of hoogere tegen meer dan 6i pCt. hij particuliere mochten beleend zijndeze binnen zes weken aan de eigenaars gerestitueerdof wel in de bank van leening gebracht zouden moeten worden en eindelijkdat een be paald getal van vier personen, mits zijnde burgers of bur gerrecht verkregen hebbendeals inbrengers of inbrengsters zouden worden aangesteld en beëedigd, welke alléén bevoegd zouden zijn een Bordekenuit te hangenterwijl zij//die //thans zoodanige bordekens zijn uithangende," deze binnen zes weken zouden moeten inhalen, op eene boete van f 50; voorschriften die ook nog bij afzonderlijke Waarscliouwinge van denzelfden dagwerden gepubliceerdevenzeer als de Ordonnantie op liet inbrengen in de leenbankdenzelfden dag, ter uitvoering van die voor het liuys van leeningein 20 ar tikelen gearresteerd. De ampliatie op de ordonnantie voor de inbrengers, van Augustus 1763, had alleen ten doel om den vorm van het recepis't welk dezen aan de eigenaars van ingebrachte panden moesten overgevenvoor te schrijven en om te bepalen hoe gehandeld moest wordeningeval de eigenaar die zijn pand kwam opvorderen het recepis verloren had. Yoortaan zouden de inbrengers niet meer het bankcedul in zijn geheel aan den eigenaar afgevenmaar het zou aldus ingericht zijn Op den 176 is beleendbij Inbrenger van Stads-Leen- bankte Middelburg, door een Pand voor de som van f bepaald. In 1735 werd door den pachter Bertram te vergeefs eene poging aangewend om het cijfer op 400 te zien vastgesteld. liesol. 22 Jan. 1735. Op den 176 is beleendbij Inbrenger van Stads-Leen- bankte Middelburg, door een Pand voor de som van, f

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 66