284. bijv. 't voedsel, 't geen gebruikt wordt, thans bij aanhoudend heid binnenook is de gepasseerde nacht vrij geruster geweest als eenige voorgaande; de hoest is dezen dag ook niet zoo ver- moeyende, en de zieke volkomen bij zijn kennis. Ik heb aan juffr. Baane geschreven, van wien UE. nog meerder bericht zult kunnen hooren. Yoor 't overige kunt UE. gerust zijn, dat hij alle mogelijke goede oppassing en verkwikking heeftde vele goede vrienden die hij hier gemaakt heeftinteresseeren zich allen evenzeer om hem alle assistencie te bezorgen. Ook heb iksedert gisteren een van de oudste en beroemdste doctoren dezer stad verzocht, om benevens mij den zieke te visiteeren. Ik noeme mij enz. Dez. aan dez., 2 Maart: Mej. Ik kan niet nalatenom UE. wederom bericht omtrent de ziekte van uwen zoon toe te zenden; hoe gaarne had ik u dezelve allergunstigst gewenscht te geven; maar, dewijl de ge legenheid tot schrijven zeldzaam is T)verwacht gij met recht nauwkeurige tijdingenen vinde ik mij hierom ook verplicht van u te melden, dat de ziekte, sedert mijnen laatsten brief niet gebeterd isen niet zonder gevaar kan geoordeeld worden. Het zal voornamelijk d.iarop aankomenof de krachten zich lang genoeg zullen staande houdenom de natuur de hardnekkige ziektestof te helpen bestrijden en ten onder brengen; wanneer dit plaats heeft, blijft er hoop op een gelukkige herstelling; maar daar de krachten door de langdurigheid der ziekte en daarbij komende vermoeyende toevallen grootelijks zijn vermin derd, oordeelt men niet zonder reden den lijder in aanmerkelijk gevaar. Onze hoop wordt zekerlijk opgewakkerd doordien sedert 2 dagen de krachten niet verminderd schijnende pols vrij ge regeld en de lijder volkomen present blijft; zelfs schenen de omstandigheden dezen dag eenigsins gunstiger dan gisterenmaar Er stond eerst: „dewijl de ziekte niet gebeterd is", doch, waarschijnlijk als zoo plotseling te zeer verontrustenddoorgeschrapt en als boven veranderd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 670