299 a. de personen en zaken tot welke zich de zorg der diakonie uitstrekte b. de wijze waarop de verzorging plaats had, de formali teiten bij opname, ontslag, aanneming, uitbestediug enz.; c. de verschillende soorten van inkomstenen de betrek king tot de gemeente-finantiën (l. den finantiëelen toestand e. de wijze waarop diakenen benoemd en ontslagen worden f. de wijze van aanstelling en ontslag van den ontvanger der armen den binnenvader meester in 't weeshuis genees heer enz. g. de verhouding tot de EngelscheFransche Mennoniste en Luthersche diakenen li. de macht van diakenen ten opzichte van het beheer i. de verhouding van diakenen tot den burgemeester en de stedelijke regering; k. het karakter (burgerlijk of kerkelijk;) der geheele armen zorg. Ad a. In 't algemeen en in de eerste plaats strekte zich de zorg der diakenen (ook armmeesters genoemd (1580) en zelfs een enkele maal (1657) '/regenten1') tot de armen en weezen uitmaar afzonderlijk vinden wij nog vermeld b. v. vondelingenzieke en gekwetste soldaten x) het betalen van Deze werden echter slechts tegen betaling opgenomen omme daarby te versoncken by de staten recompense te hebben voor het gasthuys van de sieken ende ghequetsten van de stat van Sluys in conformeteyt van die van Middelburgh." ;,Waerom gheresolveert is dat men door den burgkemeester of den baillieu van den Neusen den voors. J. Piron zal doen versoecken dat hy zyn siecke soldaten verdeyle seyndende tegen een op Vlissingen twee op Middelburg „want gheen redeneen is alle de last tot Vlissingen te draghen." (1586) De staten van Zeeland bepaalden in 1747 een tarief volgens }t welk zieke soldaten in de gasthuizen opgenomen zullen moeten betalen,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 685