300 losgeld voor gevangenen J) voorschotten aan vrouwen van zee varenden, 2) passanten of bedelaars, 3) onderstand bij het trou- In 1752 leggen gecommitteerde Raaden van Zeelandt aan een regement Zwitsers een som toe om de zieken in particuliere huizen te doen verplegen is verder goedgevonden gasthuismeesters aan te schrijven geen manschappen te admitteren op poene dat die door den lande niet zullen worden goedgedaau." De Engelsche soldaten werden in het gasthuis opgenomen tegen betaling van een weekgeld. (11 Maart 1593), (April 1679). 8 September 1632. Hede is vergunt aan Adriaene Pieters om haere man te lossen uite gevanckenisgenoemt Jan Claze genomen met de groene „ridder, 20 gl. 11 November 1648. „Op heden is verghunt voor een ghevangen man in 't Turckkye 4 pont." Dit is opgehouden bij resolutie van 29 November 1766. 3) 15 Januari 1583 vindt men „dat men voortaen sulcke bedelaers of loopers niet geven en sal. Aau luyden goedt weesende voorsien met be- hoorlicke attestatie van de plaetse daer zy van daen comen en wat zy daer outfangen hebben dewelcke men sal hulpe en bystant doen naer 't behoort." Die attestatie doelt zeker op de getuigenisse des wandels waaromtrent wij iu art. 77 der Acta Synodalia van 1591 het volgende vinden: „Voorts sal den armen om genoechsame oorsaecken vertreckende van de Diaconen bystant ge- daen worden, naer discretie mits anteeckenende op den rugge van haere attes- tatie de plaetse daer zy henen willen ende de hulpe die men hier gedaen „zal hebben." Het plakkaat der staten van Zeeland van 9 Februari 1596, tegen vagebonden en bedelaars spreekt van een consent in art. 2 en 4. 26 Augustus 1636 vinden wij in eene ordonnantie op dit onderwerp onder artikel 2dat alle passanten geen bedelaers synde sullen haer hebben te addresseeren aen praesis van diakenen welcke van selve sullen versorgt werden." Itemdat de bedelaers sullen gelogeert werden in het pottershuys van 't Gasthuys eene dach twee ofte drye ten langgeste als wanneer sy uit de stadt 't schepe sullen worden gebracht om gevaert te worden ter plaetse daer zy bequeinst in hun vaderlandt sullen comeu cunnen," In November 1635 hadden diakenen te kennen gegeven dat zij het (hun door den raad opgedragen) opzicht over het nieu aangevangen passantehuys ofte gesegt tuchthuysniet op zich konden nemen. 26 Augustus 1636 is er gearresteerd bij wet en raet der stadt Vlissingen een reglement voor de bedelaars en arme passanten bevattende acht artikels. Op 17 November 1644 vinden wij wederom bepalingen tegen bedelaars in vijf artikelen met het volgende exordium Heden is toegestaen dat 's Heeren

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 686