301
wen, onderstand in tij dei ij ken nood. Eindelijk zij hier ver
meld dat het woord buytenarmen stond tegenover binnenarmen
zij die wekelijks onderstand aan huis kregen in geldbrood
turf enz.ontvingen de eerste benamingzij die in de gestich
ten verpleegd werden droegen de tweede benamingdeze tegen
stelling komt het eerst voor in notulen van 1 Augustus 1708,
terwijl in die van 1580 en volgende jaren dit woord //buijten-
armen" niet voorkomt.
Onder 30 Mei 1668 vinden wij vermeld; //ten behoeve
//zoowel van den gemeenen als huysarmen." De 'huisarmen
waren de belijders van den Nederlandschen hervormden gods
dienst, de gemeene armen alle anderen die door de diakonie
werden verzorgd.
De diakonie had onder haar directie het gasthuis, het wees
huis en de buytenarmen," in een woord de geheele zorg voor
alle armen die niet door andere kerkelijke gemeenten onder
houden voerden
In het jaar 1767 had er echter eene verdeeling plaats, in
Eebruari ontworpen in Juni uitgevoerd. De diakenen wer
den nu alleen belast met de buitenarmenterwijl het gast
en het weeshuis ieder afzonderlijk door regenten zouden worden
bestuurd.
dienders sullen becleeden het ampt van den Gasevant om de bedelaers te
weren ende volgens d'articelen."
Die gasevant" krijgt later een nog schooner naam en wel dien van n luy-
„zevanger." (20 Februari 1687).
Tot bestrijding der hieruit voortvloeiende onkosten had men de passanten
collecte eens in de week; na 1802 werd deze in plaats van iedere week
voortaan eens per maand gehoudennadat men verlof voor deze verandering
aan den raad had gevraagd.
In de notulen van 26 Augustus 1686, onder art. 8 der ordonnantie op de
bedelaars en arme passanten vindt meuItem zal gecommitteerd werden
w eenige personen die eens ter weeke sullen omgaen met de busse voor de
huyze van burgereye te weten des Woensdags elck in hun quartier daer zy
a van diaconen sullen gecommaudeerl werden tot vergaderynge van de aalmoes-
sen voor de arme^passanten."
x) Deze stelling zal later onder letter k meer uitvoerig worden toegelicht.