302 De fondsen voor zoover aanwezig zouden onverdeeld blijven als een gemeen armenfonds onder directie van den ontvanger met toezicht van gecommitteerden uit den raad (commissarissen van het armenfonds). De gemeene uitgaven en de tractementen van doctorchirurgijn arme schoolmeesters enz. worden hier uit betaald. Legaten, Jiberaliteiten van de stad enz., kwamen alle aan 't gemeene fondstenzij er iets nominatim aan een der drie besturen afzonderlijk wordt toegestaan. Iedere directie verzoekt aan het gemeene fonds wat zij 1100- dig heeft; aan het kapitaal mag nooit geraakt worden. Komt eene der drie directiën met het haar toegelegde niet toedan moet zij zich tot den raad wenden om een collecte of een nieuw middel van inkomsten te verzoeken. Om de drie jaren zal in October door den ontvanger reke ning worden gedaan aan heeren regeerende burgemeesters, ge committeerde regenten van de beide godshuizen en twee diake nen alleen de burgemeesters krijgen een double der rekening om deze in den raad overteleggen bij hun rapport. Jaarlijks in September zullen diakenen in de consistorie met open deu ren rekening doen aan commissarissen van het fonds gedepu teerden uit den kerkeraadtwee diakenen en een gecommit teerde uit het wees- benevens een uit het gasthuis. Het fonds zou echter maar tijdelijk gemeen blijven, de be doeling was althans nadere regelen voor de scheiding ook van het fonds te ontwerpen. Op l Januari 1780 doen echter commissarissen rapport aan de burgemeesterskamer van eene door hen gehouden compa ritie met twee regenten van 't weeshuis twee van 't gasthuis en twee diakenen. Zij waren tot het resultaat gekomen dat scheiding van het fonds niet raadzaam was wegens de vele inconveniënten de burgemeesterskamer vereenigt zich met dit rapport en nu besluit de raad alles te laten zooals het is en nu een ontvanger definitief te benoemen als directeur van het gemeene fonds. Tot 2fi December 1795 bestond dit gemeene fonds als zoodanig.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 688