312
de verkiesinge ende bevestinge der ouderlingen (art. 19) doch
alsoo dat in soodanige plaetseu daer den magistraet ende den
kerckenraedt de diaconen verkiesen sulcken gebküyck staat
//grypeu sal ten tijdt toe hier inne anders met stichtinge zal
ff konnen versien worden. Sal oock dit collegie 't zynen tijde
n voor de magistraet hunne openbare rekeuinge doen, oock ten
ff overstaen van de meesten of eenige van den kerckenraedt
//daartoe gedeputeert (c. f. artt. 21, 24)."
In 1631 waren er reeds acht diakenen ook voor twee jaren
gekozenterwijl de helft jaarlijks aftradzij presideerden om
beurt ieder een maand.
In 1634 werd het aantal tot tien vermeerderd. x)
Meer weten wij van de latere periode (circa 1700) toen er
veertien waren.
Op 17 Mei 1720: werdt aan den burgemeester verzocht
om een 14e diaken te doen bezorgen door Haar Ed. Agtb.
dit is toen geschied doch de nieuw benoemde wilde zijne
betrekking niet aanvaarden waarop deselve om zijne kwaad-
willigheyd van syn capiteyus en commissaris van kleyne saken
is gedepossedeert en afgezet."
In 1798 waren er nog steeds 14. De diakenen hielden
een buitengewone vergadering om overeen te komen op wie zij
gezamenlijk hun stemmen zouden uitbrengen in het collegium
qualificatum 2) dit c. q. benoemde de ouderlingen en diake
nen. Een lijst bevattende de namen werd vooraf door den
burgemeester bij diakenen ingezondenmet verzoek de daarge
noemde personen te willen stemmen. 3) Bij verschillende ge-
„Op 27 Meye 1634 is in de consistorye naar veel disputen en argumente
besloten dat de naeste jaeren zonder meer argumente sullen voorgestelt en
gemaect worden thien diakonen."
2) 4 Mei 1709. „Deze vergadering is belegbt ten eynde om naer het scliey-
den van deselve te gaan naar de consistorie in het collegium qualificatum
tot het helpen voorstellen en verkiezen van nieuwe ouderlingen en diakenen."
3) 6 Meye 1728. Synde door den preses ter vergaderinge vertoond een
„lyste van de aanstaande ouderlingen en diakenen door dhr. Burgem*. aan